De vier levensfasen. Het leven van de Hindoe wordt ingedeeld in vier levensfasen die elk worden gekenmerkt door de verschillende taken en verantwoordelijkheden die het met zich meebrengt.
In de Brahmacharya-fase staan opvoeding en onderwijs centraal. De normen en waarden van het leven moeten worden geleerd en ervaren (0-25 jaar). In de zogeheten Grihasta-fase gaat het om de waarden van huwelijk en het gezinsleven. Mensen worden geacht om in de maatschappij zijn/ haar plichten te vervullen, geld te verdienen en het gezin te onderhouden.
In de derde fase, de Vanaprasta-fase doet men afstand van het aardse, het materiële, het tijdelijke. Het besef groeit dat men zich belangeloos dienstbaar moet stellen aan het geheel van de gemeenschap.
En dan tenslotte de Sanyasa-fase. In deze laatste periode van een mensenleven richt men zich geheel op de ziel die als onsterfelijk wordt beschouwd. De mens richt zich op de bevrijding uit de kringloop van geboorte en sterfte (moksha). Meditatie, gebed en sociaal werk (seva) zijn in deze levensperiode belangrijke waarden.
Maar zijn deze levensfasen nog actueel? We vragen aan pandit Wishwanath Ragubasingh of de filosofie van de levensfasen nog bij-de-tijd zijn.
Hindoewijzer 25 april
De vier levensfasen
19.30 – 20.00 uur op Radio 5
Bekijk of luister het fragment