Is de wereld waarin we leven slechts een hersenspinsel?
Aan Raymond Moody, een autoriteit op het gebied van bijna-doodervaringen en auteur van het veel gelezen boek Leven na dit leven werden veel verhalen toevertrouwd over bijna-doodervaringen. Daaronder bevinden zich verhalen van mensen die niet zèlf op sterven lagen, maar die door de dood van een dierbaar iemand soortgelijke ervaringen beleefden. Getuigen die tijdelijk toegang leken te krijgen tot een andere dimensie, een gebeurtenis die gepaard ging met het ervaren of zien van een mystiek licht of hemelse muziek. Het gaat om een intieme terugblik op het leven van de stervende, waarbij gebeurtenissen werden vertoond die bij de getuigen niet eerder bekend waren. Deze gedeelde doodervaringen (GDE) leiden tot nieuwe onderzoeksvragen en vormen de volgende stap in het onderzoek naar bijna-doodervaringen, het continuüm van een bovennatuurlijke en spirituele ontdekkingstocht. Over deze gedeelde ervaringen gaat zijn boek Een blik in de eeuwigheid. Gedeelde ervaringen met de dood.
Uittredingen en bijna-doodervaringen zijn zo oud als de mens. Het is volgens o.a. Moody dan ook denkbaar dat bijvoorbeeld de teksten in de zogeheten dodenboeken ons iets vertellen over kennis die tijdens uittredingservaringen is opgedaan. Hij legt in zijn boek uit dat mensen die zo’n gedeelde doodervaring meemaken, niet op sterven liggen, maar gezond zijn. Hij beschrijft tal van gevallen waarin mensen de reis van de overledene even meemaken, zij het tot een bepaalde grens, waarbij de reisgenoot wordt gezegd dat hij of zij terug moet.
Moody vertelt over zijn eigen ervaring aan het sterfbed van zijn moeder: “En terwijl we daar zaten te wachten, overkwam het ons: een GDE. Toen we daar zo hand in hand om het bed zaten, leek de kamer plotseling van vorm te veranderen en vier van de zes aanwezigen voelden alsof ze werden opgetild. (…) ‘Kijk eens’, zei mijn zus, terwijl ze naar het voeteneind van het bed wees. ‘Dat is pap! Hij is teruggekomen om haar op te halen!’ Iedereen die op dat moment in de kamer was, zei later dat het licht in de kamer een soort zachte, wollige gloed kreeg.” Moet je gelovig zijn om zo’n ervaring te hebben? Kunnen herinneringen buiten iemands lichaam bestaan? Hebben mensen in andere culturen soortgelijke ervaringen? Moody stelt zich vragen, doet een poging ze te beantwoorden, maar geeft toe dat elke vraag die wordt beantwoord, weer nieuwe vragen oproept. Hij vergelijkt wetenschappers die de verschijnselen willen verklaren met kinderen tijdens een lange reis. “In plaats van uit het raampje te kijken en te genieten van de reis zelf, maken ze zich alleen maar druk over wanneer ze hun eindbestemming zullen bereiken. De kinderlijke vraag ‘zijn we er al bijna?’ wordt vervangen door ‘heb je er al een verklaring voor?” Mooie metafoor.
Een geheimzinnig licht
Langzaam maar zeker werd het Moody steeds duidelijker dat deze ervaringen veel vaker voorkwamen. Het werd hem ook duidelijk dat er overeenkomsten waren tussen deze ervaringen en bijna-doodervaringen hoewel hij toegeeft dat er veel elementen waren waarvan hij voor het eerst hoorde. Zo vertelden mensen hem dat de kamer van vorm veranderde en dat ze een geheimzinnig licht zagen – allebei dingen die hij nooit bij verslagen van een BDE had gehoord. Maar het meest opmerkelijke element dat bij die gedeelde-doodervaringen steeds weer opdook, was de gezamenlijke levensterugblik. Artsen kunnen hierover behoorlijk sceptisch zijn. Dat is ook wel logisch. Moody denkt niet dat veel patiënten blij zouden zijn als ze behandeld werden door een arts die niet handelt op basis van wetenschappelijk onderbouwd onderzoek. Het feit dat de meeste artsen hun medische zorg baseren op bewijsmateriaal dat uit onderzoek is verkregen, is zowel goed voor de patiënt als voor het vak zelf. Ondanks de scepsis van veel artsen, stuurden honderden mensen uit de medische hoek hem verhalen over BDE’s en GDE’s. “Aanwezig zijn bij iemands overlijden – en dus niet per se je eigen dood – heeft iets in zich waardoor er zich een portaal naar een hogere dimensie kan openen, die mensen die op sterven liggen kunnen openstellen voor degenen die blijven leven. Toegegeven, dit en andere vergelijkbare verhalen kunnen ook een voorbeeld van telepathie zijn. Voor hetzelfde geld zijn het echter voorbeelden dat onze herinneringen niet in onze hersenen zetelen, maar ergens in het universum, waar het onder bepaalde omstandigheden beschikbaar wordt gesteld aan anderen, zoals tijdens een GDE. Sommige onderzoekers noemen dit een deelnemend universum. Dat wil zeggen, een universum waarin het leven en ons denken over de materie van het universum met elkaar zijn verweven. Zij menen dat het theoretisch best zou kunnen dat herinneringen overal om ons heen worden opgeslagen.” (Non lokaliteit)
Wereldziel
Veel mystici lijken geen problemen te hebben met de idee van deze non-lokaliteit en het begrip wereldziel. Volgens de Advaita Vedanta filosofie is Atman in wezen identiek met het kosmische Zelf, het Brahman, de wereldziel. Atman is een woord uit het Sanskriet dat zelf, ziel, ik, bewustzijn betekent. Het is een begrip uit het Hindoeïsme en heeft het karakter van het bewustzijn zoals iedereen dat heeft. Je zou dit louter bewustzijn kunnen noemen: het ware Zelf van de mensen, dat bij alle waarnemingen, gedachten en gevoelens onveranderd blijft. Welk deel van het bewustzijn is dit? Duidelijk niet de ervaring zelf, want die verandert continu. Het is het overstijgende bewustzijn, dat zich puur bewust is van het feit, dát je iets ervaart. Dat wordt in de Psychosynthese omschreven als de stille getuige, en in het hindoeïsme als de onbewogen beweger.1 Mede door razendsnelle wetenschappelijke evolutie neemt ook ons begrip toe van de oude geschriften zoals de Veda’s en de Upanishads, waardoor we de wetenschappelijke betekenis van de Oosterse spiritualiteit gaan herontdekken, waardoor we ook de bijna-doodervaring en de gedeelde doodervaring gaan begrijpen en een plek kunnen geven.
Pim van Lommel, schrijver van het boek Eindeloos bewustzijn kent het fenomeen GDE eveneens. “Mensen die betrokken zijn bij iemand die op het punt van overlijden staat, maken de reis deels mee. Op het moment dat de laatste adem wordt uitgeblazen, gaan zij zelf ook het lichaam uit en komen via een donkere ruimte door een tunnel in wat zij noemen een lichte hemelse omgeving terecht en kunnen ook degene zien die de overledene opvangt. Ze kunnen ook het levensoverzicht meebeleven.” Van Lommel noemt dit nadrukkelijk een gedeelde doodvervaring en niet een gedeelde bijna-doodervaring. “Een bijna-doodervaring is de ervaring die je hebt als je zelf dreigt te overlijden bij een hartstilstand, coma, en bijna-verdrinking, ernstig bloedverlies bij shock, tijdens een operatie of een bevalling. Dat is een bijna-doodervaring, hoewel je beter kunt spreken van een nabij-de-dood-ervaring.”
Illusoire wereld?
Toen ik het nieuwe boek van Moody en de daarin beschreven ervaringen op me liet inwerken, vroeg ik me af: “Is deze wereld waarin we leven slechts een hersenspinsel?” Toch een illusie? Leven we in een illusoire wereld? De Veda’s zijn daar duidelijk over en wijzen erop dat de mens meestal een wereldbeeld heeft dat ver van de werkelijkheid af staat, zodat het de mens belet inzicht te hebben. We leven in Maya (illusie – Een begrip uit onder andere het dat vertaald kan worden als sluier van illusies). Hoewel het goed is ons dat te realiseren, laten de Veda’s ook zien dat het belangrijk is om toch vooral het goede leven te leven. Een bijna-doodervaring verandert ons leven ingrijpend en als we bij het overlijden van een dierbare even die reis mogen meemaken, hebben we iets beleefd dat ook ons leven en onze visie daarop voorgoed bepaalt. De dood werd vaak buiten het leven gehouden maar het lijkt erop dat dood weer is teruggekeerd in het leven en ook meer bespreekbaar is. Ik heb al eerder gezegd, 2012 betekent niet het einde van deze wereld, maar meer een transformatie van bewustzijn. Een intense BDE beïnvloedt en muteert elk bewustzijn. Het is niet ondenkbaar dat de beschreven ervaringen van BDE’ers het wereldbewustzijn (de wereldziel) gaat veranderen. Het is niet voor niets dat die kennis sinds het midden van de vorige eeuw explosief is toegenomen en ons heeft doen beseffen dat ook de dood een illusie is, wellicht de laatste illusie.
Zoals ook mensen met een BDE dit ervaren, zoals deze vrouw het zo mooi verwoorde: “Mijn BDE heeft invloed op mijn levenshouding en vooral ook op de houding van mij op de dood. Was ik voor mijn BDE bijna panisch – om niet het woord doodsbang te gebruiken – voor de dood, nu is deze angst totaal verdwenen. Als het zover is dan is het goed”. Zoals in Het laatste dagboek van Krishnamurti staat: “Sterven is niet iets afschuwelijks dat je moet zien te ontlopen, dat je zolang mogelijk moet zien uit te stellen, maar veeleer iets waar je dag in dag uit mee leeft. Daaruit ontstaat een zeldzaam gevoel van oneindigheid. De lichamelijke dood is geen scheidslijn. Als je deze lijn hebt overschreden, heb je alleen maar een overgang gemaakt naar een andere toestand van zijn. De dood is slechts een overgang naar een andere staat van bewustzijn. Het is een universeel bewustzijn geworden, een wedergeboorte in een groter leven van begrip en kennis.” Het is één van de vele verhalen over BDE’s die mij, in mijn veertienjarige redacteurschap voor het tijdschrift Terugkeer, diep hebben geraakt en mijn leven, mede ook door het bezig zijn met de Veda’s, meer inhoud heeft gegeven. Bij mijn onvermijdelijke ouder worden geeft dit mij vaak een diep gevoel van innerlijke vrede en overgave. Daarom spreekt mij ook het Slotgebed van een Hindoeïstische uitvaart mij aan: Zoals een man zijn versleten kleren weggooit, en andere, nieuwe kleren aantrekt. Zo legt de ziel binnen het lichaam dat lichaam af en betrekt een nieuw lichaam. Mogen uw ogen terugkeren naar de zon, en uw adem naar de wind, uw water naar de oceaan en uw as naar de aarde waar het vandaan is gekomen.
Maar zolang het zover nog niet is, geniet ik intens van het leven, de schoonheid, de liefde, de vriendschappen. Leven als Zorba de Boeddha…
Aat-Lambèrt de Kwant