“Je moet je de wijsheid van het handelen eigen maken, Arjuna,” gaf Krishna als antwoord op Arjuna’s vraag. “Hiermee bedoel Ik een volmaakt evenwicht, gelijkmoedigheid, stabiliteit en innerlijke rust. Je zult je allereerst voortdurend bewust moeten zijn van je ware, onsterfelijke Zelf, want zonder dat kun je niet effectief handelen.”
Mansukh Patels boek “Op weg met de Bhagavad Gita” wordt door velen gezien als een meesterwerk. De wijze waarop hij uitleg geeft van de Gita is voor velen een openbaring geweest. Voor tal van mensen is het boek zelfs makkelijker te begrijpen dan de Gita zelf. Dan heeft te maken met Patel’s vertelkunst:
“Als je de geest toestaat je meester te worden, kan hij je te gronde richten. Zorg ervoor dat hij zo geconcentreerd en gedisciplineerd is, dat je niet door woede meegesleept kunt worden. Met oprechtheid en voortdurende oefening zal de wijsheid die Ik je geef jou in staat stellen dit te bereiken.”
In deze woorden schuilen de grote levenslessen waar ook de leraren die met hun voeten in de Indiase traditie staan het over hebben. Osho, Sai Baba , Sri Aurobindo; zij werken dit gedachtegoed uit de Gita uit in filosofie, in yoga. En het zal niemand verbazen dat ook Eckehart Tolle aansluit bij de lessen van Krishna aan Arjuna. Cultuurfilosoof Hein Stufkens heeft daar een prachtig verhaal over. Hij laat zien wat er gebeurt als we toestaan dat de geest meester over ons wordt. Hij vergelijkt onze menselijke geest met de grijperigheid van een dier, in dit geval van een krab. Vaak wordt de ‘grasping mind’ ook verbeeld door een slang.
Stufkens was ooit in Wales en liep in een havenstadje langs de kademuur. Hij zag hoe de vissers in het stadje krabben aan het vangen waren. De vissers hingen het aas aan de haken van het net. De krabben werden gefascineerd door het aas. Ze beten zich letterlijk dood in het aas. Ze lieten zich met het grootste gemak vangen in hun eigen illusie dat de beste voeding te vinden is in het voor-de-bek-liggende. Zouden ze dit mechanisme hebben gekend, dan zouden ze zich slechts terug hoeven laten vallen in de zee van de ongekende mogelijkheden die achter hen lag.
Als we toestaan dat onze geest meester over ons wordt, hebben we geen zicht op de oceaan van ongekende mogelijkheden. Maar… meester worden over ons denken… Arjuna beseft dat het een stevige klus is. En jij vraagt om hulp. “Je moet in de allereerste plaats je plicht vervullen, maar zonder daarbij aan het resultaat te denken. Vol toewijding handelen zonder aan het resultaat te denken of eraan gehecht te zijn, is de ware kunst van het handelen. Het succes ligt in het verrichten van de handeling, niet in het resultaat.”
Ik herken me zo in de worsteling van Arjuna met de lessen van Krishna. Hoe vaak heb ik die woorden niet verkeerd verstaan: “Hij die over deze wijsheid beschikt, houdt zich niet bezig met de bevrediging van zinnelijke verlangens die hem slechts verwijderen van het ware Zelf.” Maar hoe zit het dan met mijn hypotheek en mijn auto, hoe zit het dan met mijn verlangen naar liefde en geborgenheid. Moeten we dat dan allemaal opgeven? De lessen van Krisna lijken wel haaks te staan op alle westerse marketingstrategieën.
Tot ik ontdekte dat ik door het stellen van deze vragen me nog steeds niet anders gedroeg dan de krabben die op zoek waren naar aas. Ik moest nog een lesje leren. En die vond ik weer bij Patel. Ik moest leren mijn handelen niet te laten beheersen door mijn gedachten. ‘De geest heeft vele facetten en aspecten die je moet leren beheersen,’ zei Hij, ‘zodat jij de grote kracht ervan kunt gebruiken en er niet zelf door wordt gebruikt. Je moet hem tot vriend maken en niet tot vijand, want dan kan hij een machtig dienaar worden.” Nelson Mandela zei het zo mooi.’ I am the captain of my ship, I am the master of my soul’. Als je je geest tot dienaar hebt gemaakt, kun je zwemmen in de oceaan van ongekende mogelijkheden.
Bron: Mansukh Patel, Op weg met de Bhagavad Gita, deel I, De essentie van de reis, Stichting Life Foundation International, ISBN 90 805999-3-x