Ik kan me voorstellen dat mensen de weg helemaal kwijtraken in de weg van godsdienst, religie en spiritualiteit. Ik hoor veel van de mensen om me heen op een klagerige manier de vraag stellen: wat moet ik nog geloven? En wat kan ik nog geloven? Nou kun je je er gemakkelijk vanaf maken en zeggen dat je van alles kunt geloven, maar dat je niet hoeft te geloven. Maar daar nemen mensen na duizenden jaren geestelijke onderdrukking geen genoegen meer mee. Ze lopen massaal uit de religieuze instituties weg. En dat is niet vreemd.
Een merkwaardige paradox. Ik ben wel opgevoed met de ethische en spirituele waarden van de religie, maar mijn ouders hebben er voor gekozen om me op naar een openbare school te sturen. Bij ons betekende dat niet antireligieus. Er zaten zeer veel kinderen uit vrijdenkende kerkelijke en religieuze gezinnen op school. Daardoor heb ik de onderdrukking door gevestigde religieuze instituties niet meegekregen. Ik kon vrijelijk op onderzoek gaan naar hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, islam en christendom. En ik kwam tot de ontdekking dat de boeken uit die tradities een schat aan kennis bevatten. Bijbel, Koran, Mahabaratha, Bhagavad Gita, de Upanishads: ik ben er mijn ganse leven al in aan het lezen. Maar nog elke dag openen ze een nieuw inzicht voor me. En ik heb het aan Mehdi Jiwa en Maksukh Patel te danken dat ze de Gita inzichtelijk voor me gemaakt hebben. Want laten we eerlijk zijn. Zo makkelijk te doorgronden is het oorspronkelijke werk niet.
En de wereld van religie, godsdienst en spiritualiteit is moeilijk te doorgronden. Alle woorden hebben zo veel betekenissen dat de kenners er nauwelijks mee om weten te gaan. Hoogleraar Paul van der Velde benadrukt dat het woord Dharma uit de Indiase traditie tientallen betekenissen heeft en dat het van de context afhankelijk is hoe je het woord moet vertalen. Zo is het ook met het woord Jihad uit de wereld van Islam. Jihad betekent ommekeer, spirituele verandering. In het woordenboek komt de vertaling ‘ Heilige oorlog’ op de vijftiende plaats. Het woord wordt door fundamentalisten misbruikt voor inhumane doeleinden. Zoals ook het woord bekering. Dat is een foute vertaling van een Grieks woord, metanoia, dat hetzelfde betekent als het woord Jihad: innerlijke ommekeer, verandering.
Religieuze instituties hebben de neiging om de taal manipuleren. Wie de kennis van het woord heeft, heeft de macht. Gelukkig leven we ook in een tijd waarin de kennis van de taal gedemocratiseerd wordt. We hebben allemaal toegang tot de oorspronkelijke bronnen. En we mogen de kennis die uit die bronnen naar voren komt met iedereen delen. De Heilige Boeken zijn geen eigendom van de priesters. Het is juist de intentie van Gita en Mahabaratha om de grote levensvragen inzichtelijk te maken voor ons allen. Of dat altijd lukt is de grote vraag. Met de Gita kun je het kastensysteem bestrijden, maar ook verdedigen. Mahatma Gandhi beriep zich op de Gita, maar ook de man die hem doodde. Het is maar welke bril op opzet, waarmee je naar de samenleving kijkt. Vaak worden de heilige boeken misbruikt als buikspreekpoppen. De buikspreker wil zijn visie op religie en samenleving geven en vertelt dan dat deze visie uit de Gita komt. Niks typisch voor hindoeïsme. Je ziet het in alle religies gebeuren. Het is de bedoeling om ons de weg naar bevrijding te wijzen, maar we krijgen er vaak iets minder moois voor in de plaats. Maar misschien levert deze tijd van secularisatie wel een grote winst op. Dat de bronnen zich opnieuw kunnen opbaren in een nieuwe onschuld.