Aanstaande zaterdag weer een nieuwe uitzending van Chatney.nl. Deze keer praat ik met een aantal mensen over hun hindoe zijn hier in Nederland. Het mooie is dat veel jonge Hindoes tegenwoordig steeds meer van het Hindoeisme te weten komen. Zaken als internet en vertalingen van de geschriften speelt een belangrijke rol in deze ontwikkeling. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk de interesse die er blijkbaar is bij de jeugd.
In een tijd dat de mandirs steeds minder bezoekers trekken is dat in elk geval een positieve ontwikkeling. Ik kan me nog goed herinneren dat een tijd geleden de pandit het enige aanknopingspunt was naar verdieping in het Hindoeïsme. Hij was de man waar je moest zijn om zingevingvragen beantwoord te krijgen. Of het waar was wat die man vertelde of niet waar, zover kwam je niet eens, je had het maar aan te nemen. Nu jaren later, als ik alle informatie die ik indertijd heb gekregen de revue laat passeren dan ontdek ik dat de info die de pandits gaven altijd wel ok was, gelukkig maar, anders was het een waste of time geweest en was ik op een dwaalspoor gezet. Het is goed om te zien dat de pandit nog steeds een belangrijke positie inneemt in de hindoegemeenschap, alleen is het wel zo dat het werk van de pandit moeilijker is geworden.
Daar waar de mensen vroeger minder kritisch waren en meer aannamen van de pandit, krijgt de pandit nu te maken met mensen die hele boeken hebben gelezen en flink hebben gegoogled alvorens ze aan een offerdienst beginnen. Menig pandit zal bevestigen dat het vuur hen aan de schenen gelegd wordt door de mensen waar ze thuis komen. Het is een positieve ontwikkeling. Hoe meer mensen zichzelf verdiepen in het Hindoeïsme, hoe meer er over gefilosofeerd en nagedacht wordt en hoe meer verdieping er ontstaat. Uiteindelijk is het doel om niet alleen maar meer te weten over het Hindoeïsme, maar om zoveel mogelijk richtlijnen die ontstaan uit het Hindoeïstische gedachtegoed in ons leven te implementeren. Alleen dan heeft het nut om een levensfilosofie als het Hindoeïsme aan te hangen. Het zal dan een positieve invloed hebben op de leefomgeving van ons allen. Het heeft me dan ook goed gedaan om te ontdekken dat de jeugd het Hindoeïsme niet links laat liggen, maar met trots uitdraagt. En dat maakt hen hindoe.
Narsingh Balwantsingh, 23 september 2010