Vragen naar wat je gelooft is een westers verschijnsel.
Volgens prof. dr. Paul van der Velde, hoogleraar hindoeïsme aan de Radboutuniversiteit van Nijmegen is het Indiase hindoeïsme erg orthoprax. Dat wil zeggen dat het er veel meer om ging wat je deed, dan wat je geloofde.
Het Westen heeft het over orthodoxie, over de vraag of wat je gelooft wel recht in de leer is. Vragen naar wat je gelooft is een westers verschijnsel. Geloven heeft in het Westen de betekenis gekregen van interpreteren. Wat in het Westen vaak onder religie verstaan wordt is hoe je de wereld interpreteert, hoe je mens en wereld waarneemt en of het vervolgens waar is wat je waarneemt.
Voor Paul van der Velde doet het er ook in zijn persoonlijke leven niet meer toe wat waar is of wat hij zelf gelooft. Hij ziet dat mensen met tal van waarheden leven. En wat hij zo fascinerend vindt aan het hindoeïsme is dat er honderden manieren zijn, die allemaal legitiem zijn.
Mahatma Gandhi als oosterse denker en Albert Schweitzer als exponent van het westerse denken hebben elkaar gevonden in de opvatting dat religie gepraktiseerde eerbied voor het leven, voor het bestaan van mens, plant en dier zou moeten zijn.
Lotusvijver: Religie, godsdienst en geloof 
zondag 08-02-15
00.00 – 01.00 uur
Bekijk of luister het fragment