Actief in de wereld staan: het begrip karma

Dit voorbeeld laat zien hoe de term karma vaak wordt gebruikt in de Nederlandse samenleving, namelijk in de betekenis van menselijk lot. Een lot dat iemand overkomt, en waar nu, op dit moment, niets aan te doen valt. Met een daaruit voortvloeiende houding van ‘ik kan er niets aan doen, het is nu eenmaal zo’. Het hindoeïstische begrip karma heeft hiermee wel een erg beperkte betekenis gekregen. Bovendien doet deze opvatting van karma geen recht aan de verschillende interpretaties van het begrip dat we binnen het hindoeïsme tegen komen.

Het Sanskriet woord karma betekent letterlijk ‘daad’, ‘handeling’. In de Vedische periode waarin het offerritueel een centrale plaats innam, betekende karma simpelweg rituele handeling. Geleidelijk aan kreeg het ook de betekenis van resultaat of verdienste die men vergaarde door middel van een offer. Weer later ontwikkelde het woord karma zich tot een begrip dat het geheel van goede en slechte daden die een mens verricht, alsook de gevolgen van al deze daden voor die mens, omvat. Karma is nauw verbonden met het concept samsara, de kringloop van wedergeboorten. Niet al het opgebouwde karma wordt in dit leven ondergaan, en daarom is het noodzakelijk om opnieuw geboren te worden. De som van in dit en vroegere bestaansvormen verzameld karma bepaalt de kwaliteit en hoedanigheid
van een volgend leven. En voor het huidige leven geldt: een goede positie nu is het gevolg van veel positief karma dat in vroegere existenties is verzameld; een ellendig leven is te wijten aan veel slecht karma.

De gedachte dat men door zijn karma, zijn handelen en de gevolgen van dat handelen, gebonden is aan de cyclus van geboren worden, sterven, en opnieuw geboren worden, wordt niet als positief ervaren. Immers, of men nu goed of slecht handelt, men zal telkens weer opnieuw geboren worden, in
een hemel, in de dierenwereld of juist als mens. Het hindoeïstische verlossingsdenken is er dan ook op gericht om de cyclus van wedergeboorten te doorbreken. Hiertoe zijn verschillende methoden ontwikkeld, die de mensen in staat stellen te werken aan hun individuele verlossing, moksha. Een van
de wegen (marga’s) die de Bhagavadgita noemt, naast die van jñana- en bhaktiyoga, is die van karmayoga of “gedesinteresseerd handelen”. Volgens de tekst houdt karmayoga in dat men handelt volgens de eigen dharma, maar zonder geïnteresseerd te zijn in de resultaten van dat handelen. Hij die
zijn geest onder controle heeft, die zonder verwachtingen over de resultaten handelt, en die tevreden is met wat op zijn weg komt, aan hem zal zich geen nieuw karma vasthechten, en hij zal uiteindelijk de verlossing bereiken.

De opvatting dat een miserabel leven nú te wijten is aan vroeger opgebouwd slecht karma, kan makkelijk leiden tot een soort van apathie, vooral ten opzichte van de medemens. Waarom zou je iemand helpen die door zijn eigen schuld nu een ellendig leven heeft? Tegen dit soort apathie heeft Mahatma Gandhi zich fel uitgesproken. Hij vond het onmenselijk en immoreel om de miljoenen armen in India te beschouwen als mensen die hun karma ondergaan. Religie was volgens hem niet een puur individueel streven naar verlossing, maar vooral ook verstrengelt met het dagelijks leven, zowel in
sociaal, politiek als economisch opzicht. Het helpen van arme mensen beschouwde hij als een religieuze daad. Zijn opvattingen over religie baseerde hij op Bhagavadgita, en vooral op de betekenis van karma dat daar gegeven wordt, namelijk als gedesinteresseerd handelen. Hij benadrukte verder dat de spirituele houding van een mens grotendeels zijn karma bepaalt. Slechte bedoelingen, ook al leiden ze niet tot daadwerkelijk handelen, veroorzaken slecht karma, en degene die deze bedoelingen
heeft zal zelf slecht worden. Gandhi paste deze opvatting over karma ook toe op zijn ideeën wat betreft geweldloosheid (ahimsa.) Geweldloos verzet heeft niet altijd een duidelijk resultaat, maar de effecten op langere termijn zijn duurzamer, omdat met oprechte, juiste bedoelingen is gehandeld.

Het woord karma omvat veel meer dan de betekenis uit het voorbeeld, namelijk menselijk lot of iets dergelijks. Karma kan een bewuste, actieve manier van leven veronderstellen. Een manier van leven waarbij men in gedachten, in woord, en in het daadwerkelijk werkzaam zijn in de samenleving uitgaat van oprechtheid, van eerlijkheid. En waarbij men zich niet bezig houdt met de resultaten ervan, op welk gebied dan ook.

Delen via:
comments powered by Disqus