In de klassieke Sanskriet literatuur bestaat een grotere groep teksten, de Dharma-shastras (soms vertaald als ‘Wetboeken’), die zich bezig houden met sociale en religieuze wetten en plichten. Toen de Engelsen vanaf eind achttiende eeuw hun rechtssysteem in India wilden aanvullen met de ‘autochtone’ rechtsspraak gaf men opdracht aan pandits om de belangrijkste Dharma-shastras uit te geven op basis van manuscripten. Zo werden deze teksten voor het eerst in drukvorm verspreid. De eerste Engelse vertaling van een Dharma-shastra werd in 1794 in Calcutta gepubliceerd. Het betrof hier Sir
William Jones’ vertaling van Manava-Dharma-shastra (ook bekend onder de naam Manusmriti) of ‘De Wetten van Manu’. Het woord Dharma heeft een lange geschiedenis, en kan nog meer betekenissen hebben dan boven
genoemde. Het woord is een afgeleide van de werkwoordswortel DHR dat ‘vasthouden’ of ‘dragen’ betekent. In de rigveda komt het voor in de Dharman, en betekent ‘ondersteuning’, ‘vastgestelde ordening’. In filosofische en logische teksten betekent het woord niets anders dan ‘eigenschap’,
bijvoorbeeld de eigenschappen van een object of een substantie. De belangrijkste betekenissen zijn echter: wet in de ruime zin van het woord, ook sociale richtlijnen en gebruiken), leer (met name in het boeddhisme: De leer van de Boeddha), en religie (zowel hindoeïstische als niet hindoeïstische
religies.)
Toen India geconfronteerd werd met de aanwezigheid van de Engelsen, had het begrip Dharma al een groot aantal betekenissen en connotaties. Het was niet mogelijk om het te vertalen met een enkel begrip uit de Engelse taal. Aan de andere kant waren er begrippen in de taal van de overheersers, zoals ‘wet’, ‘religie’ en ‘filosofie’, die moeilijk te vertalen waren in een Indiase taal, Sanskriet, Hindoestani, Marathi, Bengali, Tamil. Soms werd gesuggereerd dat de afwezigheid van duidelijke begrippen voor ‘wet’, ‘religie’ en ‘filosofie’ inhield dat de Indiase beschaving minder ver gevorderd was dan de Europese beschaving met name de Engelse. Indiase Hindoes gingen vaak dan ook
onvermijdelijk zoeken naar termen in de eigen traditie die corresponderen met die belangrijke begrippen van de overheersers, en voor de begrippen ‘wet’ en ‘religie’ kwam men meestal uit op Dharma, voor filosofie op Darshana. Het begrip Dharma onderging hierbij een nieuwe ontwikkeling. In oudere tijden was Dharma iets eeuwigs, dat door heilige mensen zoals Manu uitgerukt werd in de vorm van leefregels voor allerlei concrete situaties, van geboorte en naamgeving, tot het kiezen van een huwelijkspartner en tot het overlijden. Voor verschillende leefperiodes en voor verschillende klassen (bijvoorbeeld priester, krijger) bestaan er specifieke, altijd geldige, leefregels. Als men het begrip Dharma met de europese begrippen ‘wet’ en ‘religie’ gaat vergelijken, gaat men meer zoeken naar algemene principes die aan de basis zouden liggen van alle vormen van Dharma. Men gaat op zoek naar een universeel Dharma-begrip. Voorheen vinden we in sommige populaire werken zoals de
Puranas ook dat een enkel principe als de kern van alle Dharma beschouwd moet worden, bijvoorbeeld ‘waarheid’ of ‘geen schade toebrengen aan anderen’. Maar dit werd niet geaccepteerd door orthodoxe brahmaanse denkers, die vonden dat Dharma datgene is wat in de heilige teksten
uitgelegd wordt, aangezien een mens toch niet op basis van een algemeen principe kan bepalen wat hij in een concreet geval moet doen. In de negentiende en twintigste eeuw ontwikkelen Indiase denkers als Vivekananda, Radhakrishnan en de politiek actieve denker Gandhi steeds meer een universeel Dharma-begrip dat van toepassing is op alle mensen in de wereld en niet alleen op de drie hoogste standen van de brahmaanse maatschappij in India. Maar een hervormer als Ambedkar, een tijdgenoot van Gandhi en één van de auteurs van de moderne grondwet van India, heeft de
Dharmashastra van Manu demonstratief verbrand omdat het de onderdrukking van lagere kasten symboliseert. Het Dharma-begrip wordt niet alleen geuniverseeld en fel bekritiseerd, maar men gaat het in deze eeuw ook systematisch bestuderen als een begrip dat in de loop der eeuwen allerlei
veranderingen onderging. In deze tijd worden voor het eerst Geschiedenissen van Dharma geschreven, o.a. door P.V. Kane in een vijfdelige encyclopedie, History of Dharmashastra (Pune, 1930-1962).