In hindoeïstische vertellingen tref je vaak voorbeelden van zulke gezinnen aan. Zij vormen een gesloten systeem. Soms is dat goed en soms ook weer niet. Wat sterk is als een groep hoeft dat niet te zijn voor de individu. Je treft bijvoorbeeld ook gezinnen aan waarbij het geheel niet zo harmonieus
is. De grotere epos zoals de Mahaabharata en de Ramayana hebben hun wortels in zaken die voortkomen uit onenigheden binnen een familie. In de Mahaabharata staat de machtstrijd centraal tussen twee groepen uit dezelfde stamboom. In de Ramayana is de stiefmoeder die uit eigenbelang handelt en daardoor de rust en vrede van het hele gezin op het spel zet. De individu waarop zij het gemunt heeft is Shri Ram. Grote ruzies en oorlogen zijn voortgekomen waar het gezin heeft gefaald. Een aangrijpende vertelling tijdens de Holi-viering is het verhaal van prins Prahlaad. Zijn vader koning
Hiranyakashapa martelt hem. Het is aangrijpend om te zien wat een vader een zoon allemaal kan aandoen t.b.v. eigen status. Het gezin van Prahlaad is zeker niet het ideale gezin. Toch weten we voor onszelf een zekere moraal uit het verhaal van Prahlaad te halen. We hebben het over de overwinning van het goede op het kwade. Tijdens de Holi-viering is dit de centrale thema geworden. Als Shri Ram (Ramayan) wordt verbannen op bevel van zijn vader, die de wens uitvoert van zijn mooiste koningin, dan hebben we het over de
gehoorzaamheid van Shri Ram. Gehoorzaamheid en overwinning op het kwade. Prachtig om het zo aan te nemen. Maar waarom spreken we alleen over de weg die Prahlaad en Shri Ram als individuen hebben bewandeld, en niet over de uiteindelijke gezin waartoe zij behoren.
Prahlaad staat voor het goede. Het kwaad, zijn vader, wordt uiteindelijk vernietigd door Shri Vishnu. Shri Vishnu staat als opperwezen voor de vader der mensheid. Wij behoren allemaal tot Zijn gezin. Het maakt niet uit tot welke ras, cultuur of godsdienstige stroming je behoort. Hij is ons aller vader. In feite belichaamt Shri Vishnu datgene waarvoor een goede ouder moet staan. Hij geeft bescherming, troost, liefde, wijsheid en draagt zijn verantwoordelijkheden t.b.v. degenen die zichzelf aan hem hebben toevertrouwd. Prahlaad heeft zichzelf aan Hem toevertroud. Hij is niet loyaal aan zijn egoïstische vader. Hij is niet gebonden door erfelijkheid, tradities of opgedrongen opvoedkundige waarden. Hij geeft uiting aan zijn deelname tot die gezin waarin de verzorgende en beschermende niet egoïstisch handelt.
Het gezin mag niet leiden tot de tragiek dat de individu zijn individualiteit heeft ingeleverd. Loyaliteit kan beknellend werken, zeker in een gezin. Het gezin is juist de plaats waar de individu zich spiritueel zou moeten verrijken, zonder dat hij het slachtoffer wordt van het systeem. In het verhaal van
Prahlaad vindt ik dit een veel essentiëler moraal. Het kwaad in de gedaante van zijn vader is juist die individualiteit aan het inperken. Hij heeft zich berust in één hoofdtaak voor zich zelf en is de multirelationele systeem dat het gezin is, helemaal vergeten. In het hindoeïsme worden de diverse relationele aspecten van het gezin beschreven in termen van dharma van zoon, dochter, vader, moeder, echtgenoot etc.. (putra-dharma, pitra-dharma, maatra-dharma). Deze voorschriften zijn geen regels maar richtlijnen om in het gezin een zekere harmonie te ontwikkelen, waardoor het uitvoeren van iedere relationele verantwoordelijkheid als een innerlijke voldoening wordt ervaren. De vader van Shri Ram (Ramayan), koning Dashrath, leefde voor zijn volk en zijn gezin. Shri Ram volgde zijn bevelen op omdat hij later beiden verantwoordelijkheden zou overnemen. Hij zag dat niet als een plicht maar als een voorrecht. De vader van Prahlaad gaf noch om zijn volk, noch om zijn gezin. De handelingen van Prahlaad m.b.t. tot opstand tegen zijn vader spreken voor zichzelf.