Hindoe-fundamentalisme: enkele achtergronden

Kenmerken
Fundamentalisme heeft de laatste tientallen jaren echter zo’n ruime betekenis gekregen, dat het ook gebruikt kan worden binnen het Hindoeïsme. Het Hindoeïstische fundamentalisme zou zich dan speciaal kenmerken door een bepaald vijandbeeld (de Moslims, de Britten, het christelijke Westen, het
secularisme in eigen land), een bepaald gebruik van de religieuze geschriften, en een bepaalde religie-en staatsopvatting en een daarmee verbonden toekomstverwachting. Maar hoe speciaal zijn die kenmerken? Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen het ‘gewone’ Hindoeïsme als religie en als
‘way of life’ en dit Hindoefundamentalisten als een totaal andere ideologie, waarin de ‘gewone’ Hindoe zich amper herkent. De grens tussen beide is soms moeilijk te trekken, zoals de volgende gebeurtenis laat zien. Toen Mohandas Karamchand Gandhi op 30 januari 1948 vermoord werd, bekende zijn moordenaar, de Hindoe Nathuram Vinayak Godse naderhand dat hij zijn inspiratie voor zijn daad vooral geput had uit de Bhagavadgita. In hoofdstuk 1, in de verzen 39 – 44 staat dat, als de wetteloosheid (adharma) gaat overheersen, er ‘vermenging van standen’ (varnasamkara) ontstaat en dat dan de eeuwige wetten van kaste en familie verloren gaan. Vrezend dat, door Gandhi’s al te grote toegevendheid tegenover de moslims, de dharma in het pas onafhankelijk geworden India ten onder zou gaan, zag Godse maar één oplossing.. Hier stonden twee Hindoes tegenover  elkaar, die beiden hun ideaal van het toekomstige India koesterden.  Waarschijnlijk verschilden die idealen in wezen niet eens zoveel van elkaar, zeker als we de rol die de
Bhagavadgita speelde bij de moord in aanmerking nemen. Als we Godse als een fundamentalist of Hindoe-fanaat willen stigmatiseren, dan vergeten we dat het juist Gandhi was, die de Bhagavadgita zo populair heeft gemaakt door haar aan te bevelen als leidraad en gids voor het leven van iedere Hindoe
die zichzelf respecteert. De zaken liggen dus kennelijk niet zo zwart-wit, al zou Gandhi nooit geweld gebruikt hebben.

Geschiedenis 
We kunnen deze aanslag daarom wellicht beter zien als een bloedig incident in een lange geschiedenis van verdeeldheid binnen de grote Hindoe-gemeenschap over de vraag hoe het Hindoeïsme en speciaal de Hindoe natie vorm moet krijgen in de moderne tijd. Ook de reacties op de rechts-extremistische agitaties – zoals het Ayodhya-incident uit 1992/’93 – tegen alles wat de eigen cultuur bedreigt, de laatste tijd, geven er blijk van dat het gehele Hindoeïsme op dit punt in zichzelf verdeeld is. In feite is er al meer
dan een eeuw lang een intern cultureel debat  gaande over wat Hindoeïsme is en wat de Hindoe-natie moet inhouden. In dit bewustwordingsproces, in gang gezet als een reactie op Islamitische, Westerse en Christelijke aanwezigheid in India, speelden niet alleen Hindoes als Dayanand Sarasvati, Vivekananda en Gandhi hun rol, maar ook Vir Savarkar en Hedgewar, wier opvattingen van van spiritualiteit en  tolerantie, van Hindoeïsme en nationale eenheid, nu door de RSS, de VHP en de BJP in praktijk worden gebracht. Uit de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw stamt het grootste  deel van deze ideologie en de bijbehorende religieuze symboliek, die nog steeds gehanteerd wordt, zij het in militantere vorm. In 1923 publiceert Vir Savarkar zijn boek ‘Hindutva’ (‘Hindoedom’). Het is één van de geschriften die het meest heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van een nationalistische ideologie, die als doel had het herstel van de Hindoe-natie die eens in de ‘Gouden Eeuw’ van koning Rama, de ideale vorst en als zodanig de held van het Ramayana, bestaan heeft. Deze natie zal zich weer uitstrekken over geheel ‘Bharat’, het moederland India,  waar één volk zal wonen, homogeen in bloed, geschiedenis, religie, cultuur en taal.  ‘Moeder India’, ‘Bharat Mata’ werd de goddelijke verpersoonlijking van het ideaal van een eigen staat. Om deze Hindoe natie te helpen verwezenlijken werd in 1925 de RSS, de ‘Rashtriya Svayamsevak Sangh’ opgericht, het ‘nationale vrijwilligerscorps’, door Hedgewar. Binnen dit strak georganiseerde corps, verdeeld in duizenden afdelingen over het hele land, – nu ook buiten India, bv. in Nederland – worden vrijwilligers op semi-militaire wijze opgevoed tot nuttige onderdanen van de
toekomstige Hindoestaat. De in 1964 opgerichte VHP is de culturele tak van de RSS. Deze ‘Wereld Hindoe-Assemblée’ heeft overal waar Indiërs wonen afdelingen, ook in Nederland, en is werkzaam op religieus, cultureel en sociaal terrein. Ook bij de VHP staat de Hindoe-ideologie centraal, zelf zo sterk, dat het Hindoeïsme als de oudste godsdienst ter wereld en het Sanskriet als de oertaal wordt beschouwd. Wijzen we deze beweringen als pseudowetenschappelijk van de hand, dan onderkennen we de bedoelingen erachter niet. Hoewel de idealen van deze bewegingen tevens economisch en politiek zijn, dienen wetenschap en religie niet alleen maar als dekmantel en
rationalisatie van de eigenlijke doeleinden. Religie is in dit verband buitengewoon dienstig als organiserend principe en als instrument voor massamobilisering, terwijl religiositeit, de sterke emotionele betrokkenheid op religieuze zaken, op allerlei wijzen bespeeld wordt ten dienste van het gezamenlijke doel: de totale her-Hindoeïsering van India.

De auteur doceert culturen en religies van Zuid Azië en hun talen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

Delen via:
comments powered by Disqus