Karma

In de vroege vedische periode slaat het begrip  karma op de rituele handeling van het offer. In de Vedische religie gaat het om het aangenaam maken van het leven hier en nu, om geluk , gezondheid, vruchtbaarheid. En om dat te verwerven speelt het offerritueel een grote rol. Als men ethisch
goed geleefd heeft, meende men, ging men na de dood naar de hemel van de voorvaderen. Als men de ethiek niet zo goed gevolgd had, ging men naar wat “een huis van klei” wordt genoemd, een soort hel. In deze periode is er dus
nog geen sprake van ideeën  over wedergeboorte/reïncarnatie of karma in de latere betekenis. De periode van de Upanisjaden kenmerkt zich door kritiek op de steeds kostbaardere en ingewikkelder offerrituelen, en vooral ook op de daardoor zo prominente positie van de offerpriester, de brahmanen.  Afgezonderd van de ‘gewone’ wereld, ontwikkelden filosofen en wijzen zienswijzen die later een essentiële plaats zouden krijgen in het Hindoeïsme, zoals reïncarnatie en karma, het idee van de kringloop van geboren (samsara) en praktijken van introspectie en meditatie. In eerste instantie ging het om de vraag: “als wij goed geleefd hebben in deze wereld, en dan in de wereld van de voorouders zijn, sterven wij daar dan ook, of zijn wij daar eeuwig?” Als het antwoord is:” Ook daar sterven wij”, ligt de volgende vraag voor de hand: “Waar gaan wij dan naartoe?” ” Dan komen wij weer in deze wereld.” In feit ging het dus in deze tijd om’ wederdood’ (Sanskriet: punarmrtyu) niet ‘wedergeboorte’ (punarbhava). Dit is het begin van het concept samsara, kringloop van geboorten. De filosofen van de upanishadische periode combineerden dit idee van samsara met het begrip karma, in hun poging om op ‘natuurwetenschappelijke´ manier de effecten van iedere beweging van de natuur, inclusief het handelen van de mens, en de gevolgen daarvan, in kaart te brengen. In latere ontwikkelingen werd karma verbonden met het centrale idee van Dharma, de eeuwige wet (Sanskriet: sanatana dharma). In de Dharmashastra’s, de leerboeken over de Dharma, komen wij een uitgebreide regelgeving tegen over de gevolgen van verschillende handelingen. Het gaat er in de Dharmashastra’s om het idee dat als een ieder zich houdt aan de eeuwige wet, dat het een positief effect heeft op het gemeenschappelijke of individuele karma, zodat er een harmonieuze maatschappij en een harmonieus persoonlijk leven ontstaat, op welke plaats in de samenleving men ook staat. In het Westen wordt de Indiase karma opvatting wel vergeleken met de Oudgriekse notie van het noodlot. Er is een beduidend verschil: in de Oudgriekse visie is het onmogelijk om eraan te ontsnappen, de Indiase daarentegen  geeft duidelijk aan dat de vrije wil van de mens een van haar of zijn belangrijkste mogelijkheden is om zelf, bewust gekozen, in positieve zin vorm te geven aan het leven en leven in de toekomst. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat het leed dat iemand overkomt, beslist niet gezien mag worden als noodlot, om vervolgens te leiden tot een passieve houding ten opzichte van dat leed. Het hindoeïsme beidt de mens de kans om een vrije keus te maken voor de Dharma, hoe die dan ook omschreven werd en wordt. De Boeddha heeft in de vijfde eeuw voor het begin van de westerse jaartelling een begrip toegevoegd, namelijk ´intentie´ week daarmee af van
de in zijn tijd mechanische opvatting van karma, en vatte het meer psychologisch op. Karma is niet een automatisme: deze handeling levert dit resultaat op. Het is de intentie waarmee wij een handeling verrichten. Als wij in onschuld iets doen wat tegen de ethiek ingaat, zal het resultaat van ons handelen totaal andere gevolgen hebben, als wanneer wij met opzet en bewust bijvoorbeeld iemand kwaad berokkenen. Vooral in noordelijke Boeddhisme is het oude idee van Karma als de kracht van de interactie die overal in doordringt, uitgewerkt in de zin dat alles als letterlijke relatief wordt gezien. Dat wil zeggen dat in principe alles met alles in verband staat. En dat iedere negatieve handeling consequenties heeft voor hele universum met alles erin. In die zin is karma een concept dat, juist in onze tijd, waarin wij geconfronteerd worden met problemen van geweld, milieuvervuiling en individualisme, mensen aan het denken zou kunnen zetten over de invloed van hun egocentrische, ondoordacht denken en handelen, zonder daarbij de samenhang van het geheel te betrekken.

Delen via:
comments powered by Disqus