Hij werd geboren in Nieuw Nickerie, doorliep daar de lagere school en vertrok naar Paramaribo om
verder te leren. Daar aangekomen bleek er geen plaats te zijn op een M.U.L.O.-school. Door zelfstudie
en met steun van vrienden wist hij zich verder te ontwikkelen.
Het plotselinge overlijden van zijn op één na oudste broer in 1924 betekende een ommekeer in zijn
leven. Noodgedwongen moest hij in Nickerie als landbouwer gaan werken en helpen om de familie te
onderhouden. Ondanks de zware arbeid zette hij zijn zelfstudie voort
Bij een aantal families in Nickerie heerste al lange tijd ontevredenheid over de manier waarop een
aantal brahmaanse pandits met het Hindoeïsme omging. Vooral het kastensysteem en de autoriteit
van de pandits waren een doorn in het oog van velen. Kritische jongeren, waaronder een broer van
Baboe, bekeerden zich tot het Christendom.
Zijn oudste broer kreeg tijdschriften uit India van de Arya Samaj, waarin het belang van sociale en reli-
gieuze hervormingen werden verkondigd. Toen in 1928 Mehta Jaiminiji via Guyana naar Nickerie
kwam en de leer van Swami Dayanand predikte, raakte Baboe hiervan zeer onder de indruk. Samen
met Narpath Lachmon en Bharos werden ze pioniers van de Arya Samaj in Nickerie. Zij hielden zich
bezig met het verkondigen van de principes van Swami Dayanand en trachtten hervormingen in te
voeren. Niet langer hoefde men uit te wijken naar het Christendom.
Zij onderhielden veel contacten met andere pioniers in Guyana. Hieronder bevond zich pandit
Chandreshekhar die reeds in 1920 via pandit Parmanand kennis had genomen van het gedachtegoed
van de Arya Samaj. In 1936 trouwde Baboe met Lilawatie, de dochter van pandit Chandreshekhar. Be-
halve Swami Dayanand hadden ook andere grote denkers veel invloed op hem, zoals Rammohan Roy,
Ramakrishna en Swami Vivekananda. Van de laatste leerde hij dat de kern van religie spiritualiteit
was, en niet de dogma’s en rituelen. De relatie tussen de ziel en het Goddelijke was. Deze mocht niet
worden beïnvloed door het voeren van handel en financieel gewin, zoals dat bij sommige pandits het
geval was. In dat geval zou de spiritualiteit verloren gaan. Hij citeerde vaak uit de Bhagavad Gita vers
4:11. “Whatever and whichever way men approach Me, even so do I accept them; whatever paths they
may choose finally leads to Me.” Hij vond dat de wereldgodsdiensten niet in strijd met elkaar waren. Ze
waren in verschillende streken op verschillende manieren tot stand gekomen maar hadden in essentie
dezelfde boodschap. En dát essentiële van iedere religie, ontdaan van alle sociaal bepaalde
bijkomstigheden, moeten wij respecteren.
Gedurende twee perioden, van 1960 tot 1962 en van 1964 tot 1966, was Baboe voorzitter van de Arya
Dewaker Maha Sabha. Een bijzondere bijdrage van Baboe was dat tijdens zijn bestuur openbare
debatten tussen Sanatani’s en Arya Samaji’s op een harmonieuze wijze verliepen. Hij benadrukte de
overeenkomsten en profileerde zich als Hindoe. Onder zijn leiding kwam de Sohansingh School tot
stand. Mede dankzij zijn inspanningen levert de Arya Samaj een belangrijke bijdrage aan het onderwijs
in Suriname. Als docent aan de Surinaamse Kweekschool heeft hij vele onderwijzers spiritueel wakker
gemaakt. Ze moesten kennis van andere grote godsdiensten hebben zodat ze hun leerlingen beter
konden begrijpen, begeleiden en onderwijzen. Jongeren moeten een kritische houding hebben
tegenover de maatschappij maar ook kritisch naar zichzelf kijken.
Van 1951 tot 1958 was hij politiek actief als gekozen vertegenwoordiger van Nickerie in de Staten van
Suriname. Hij liet zijn politieke loopbaan varen toen hij inzag dat hij deze niet kon verenigen met zijn
principes en religieuze en culturele activiteiten. Tijdens een culturele activiteit werd hij, midden in zijn
speech, getroffen door een hartaanval. Zijn weduwe heeft met medewerking van familie, vrienden en
de autoriteiten ervoor gezorgd dat voor het eerst in de geschiedenis van Suriname het stoffelijk
overschot van een overledene gecremeerd kon worden. Als Hindoe hechtte hij hier tijdens zijn leven
zeer veel waarde aan.. Een andere wens die zijn weduwe in vervulling liet gaan was het uitgeven van
zijn boek “Licht der Veda’s”.
OHM zendt een televisieprogramma over Baboe uit op zondag 9 november 1997 om 12.30 uur.