De lange reis naar Suriname

Een vertraging van zeven uur, een overlijdensgeval, kapotte kofferhandvatten, vakantiestress. Ondanks al deze slechte voorvallen gingen we woensdag dan naar Schiphol. Onderweg kregen we nog extra zenuwen door het nieuws van een neergestort vliegtuig. “Als dat maar goed gaat,” dacht ik. Maar aan de andere kant storten er nooit twee vliegtuigen op dezelfde dag neer. Dat is dan wel weer een geruststelling. Eenmaal aangekomen op Schiphol gingen we uitladen. Daar brak weer een handvat. “Zijn al deze dingen nou tekens of zijn ze puur toeval?” vroeg ik mezelf af. Maar zo mocht ik niet denken. Ik zette mijn verstand weer op nul en liep verder.

Daar stond een hele lange rij bij de incheckbalie, ondanks dat we zo vroeg waren. Uiteindelijk waren we dan aan de beurt. We zetten de koffers op de weegschaal en alles ging goed, totdat de laatste koffer op de weegschaal ging. Die bleek 11 kg te zwaar te zijn. We hadden thuis alle koffers gewogen, maar blijkbaar hadden we de koffer niet goed gewogen. Dat was even balen, want al onze andere koffers waren al weg. Dus we konden het gewicht niet meer verdelen. Maar uiteindelijk is het gelukt om het in een handbagagetrolley te krijgen. Het was even puffen, maar het is gelukt.

We hadden nog 50 minuten voordat we bij de gate moesten zijn. Toen zijn we ergens wat gaan eten en daarna hebben we nog even lopen zoeken naar een koffer, voor het geval we straks toch nog over het maximale gewicht blijken te zitten. Maar de koffers waren veel te prijzig.

Dus we zijn naar de gate gegaan en kwamen in het taxfreegedeelte. Daar was ook alles duur. We gingen door naar de wachtruimte. Dat was wel even een eind lopen. Ja, ik had ook de lopende band kunnen nemen, maar besloot toch maar een keer sportief te zijn en dus te lopen.

Uiteindelijk kwamen we dan bij de controle terecht. Er stond een lange rij en ik zag hoe de mensen door de metaaldetectorpoortjes gingen. Sommigen hielden hun broek stevig vast, zodat het niet zou afzakken. Hun broekriemen moesten ze uitdoen. “Oh jee, moet ik dat straks ook?” dacht ik bij mezelf. En ja hoor, daar riep een mevrouw dat we inderdaad onze broekriemen alvast moesten uitdoen. Gelukkig had ik niet zo’n slappe broek aan, anders stond ik daar in mijn onderbroek.

Na lang wachten was ik dan aan de beurt. Ik deed mijn spullen in het bakje en liep door het poortje. “Piep piep piep piep piep,” ging dat ding. Ik dacht: “Oh jee, wat krijgen we nou?” Bleek mijn mobiel nog in mijn broekzak te zitten. Ik moest mijn mobiel in het bakje zetten en ook mijn schoenen. Gek genoeg mocht ik mijn sieraden aanhouden. Daar piepte dat poortje niet door, maar wel door mijn schoenen. Liep ik daar op blote voeten… Maar gelukkig piepte dat poortje niet meer en mijn schoenen kwamen er ook al. Ik liep verder en kwam in de wachtruimte. Het was er erg druk en het werd steeds drukker. Op een gegeven moment waren alle stoelen bezet en moest de rest gaan staan. De ruimte was propvol en we moesten nog een half uur wachten voordat we het vliegtuig in mochten.

Na een half uur kletsen met een bekende die we tegenkwamen, mochten we dan het vliegtuig in. We liepen door de sluis naar binnen. Het vliegtuig zag er erg ruim uit, veel ruimer dan ik had gedacht. De beenruimte viel echter wel erg tegen. Volgens mij was het nog minder dan in de trein. Maar ja, ik had het er maar mee te doen. Ik kon natuurlijk niet zwemmend naar Suriname.

Daar zaten we dan, wachtend tot het vliegtuig zou vertrekken. Uiteindelijk vertrok het vliegtuig vijf minuten later dan verwacht. Maar gelukkig viel alles mee. Onderweg hadden we wel wat turbulentie, maar daar merkten we nauwelijks iets van. We zaten lekker te kletsen, te puzzelen en muziek te luisteren. Zo brachten we onze 9-uur-lange reis door. Maar na 6 uur begon ik me wel te irriteren. Ik was het zat van het zitten. Er was weinig beenruimte, veel lawaai en het was veel te licht in het vliegtuig. Ik was moe, maar kon niet slapen. Dat was wel vervelend. Ik heb chocokoekjes moeten gebruiken om van de irritatie af te komen. Maar ik kon nog steeds niet slapen, dus hebben we maar antakshari gespeeld.

Na negen uur gingen we dan eindelijk landen. Er was een enorme druk op mijn linkeroor. Het leek alsof mijn trommelvlies zou ontploffen. Maar gelukkig duurde het landen niet zo heel lang. Eindelijk waren we dan in Suriname.

Ranjita, 27 juli 2009

Delen via: