Natuurlijk weet iedereen wel dat het verrichten van vrijwilligerswerk een zeer nobele daad is en dat het ook heel veel voldoening kan geven. Maar toen ik in mijn gedachten begon te tellen hoeveel mensen ik in mijn omgeving ken die aan vrijwilligerswerk doen, kwam ik uit op het ‘astronomische aantal’ van maar liefst twee mensen… Waar ligt het dan aan, dat zo een kleine groep mensen (en eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik daar ook niet bij hoor) aan vrijwilligerswerk doet? Is het omdat iedereen het te druk heeft? Is het omdat we het idee hebben dat het in het grotere geheel toch helemaal niks uitmaakt of we het nou doen of niet? Of ken ik gewoon heel weinig onbaatzuchtige mensen?
Er even van uitgaande dat we het laatste antwoord buiten beschouwing laten, blijven er twee veel voorkomende antwoorden over. Vooral voor jongeren geldt dat hun leven vaak zodanig is ingericht, dat ze nauwelijks toekomen aan hun eigen familie. Laat staan vrijwilligerswerk! Ik was daarom ook aangenaam verrast toen ik op een Hindoe studentenvereniging stuitte die jaarlijks maar liefst een week aan allerlei vrijwilligersactiviteiten besteed. En ik heb begrepen dat ze de intentie hebben om er een duurzamer karakter aan te geven, door ook buiten deze jaarlijkse activiteit aan vrijwilligerswerk te doen. Dit maakte mij nieuwsgierig naar hun beweegredenen. Wat maakt deze studenten nou zo anders dat zij zich wel zo actief met het goede doel bezighouden? In eerste instantie dacht ik dat het te maken had met het feit dat de meesten van hen Hindoe zijn. Maar opmerkelijk genoeg had dat er bij velen weinig mee te maken. Het sociale aspect bleek te overheersen. De meesten gaven aan het belangrijk te vinden om een steentje bij te dragen aan de samenleving. En veel voldoening te halen uit de glimlach en dankbaarheid van de mensen voor wie ze de vrijwilligersactiviteiten organiseerden. En dat Sewa (het onbaatzuchtig dienen van de medemens en maatschappij) een van de belangrijkste waarden binnen het Hindoeïsme is, lijkt er niet veel meer mee te maken te hebben dan dat het jaarlijkse project ernaar is vernoemd, de Sewa week.
Maar niet alleen bij deze jongeren heb ik gezien hoeveel voldoening het verrichten van vrijwilligerswerk hen geeft, ook bij een wat oudere vrouw hoorde ik hetzelfde verhaal. Deze dame heeft alles in haar leven op een rijtje en het lijkt haar aan niks te ontbreken. Toch gaat ze een aantal keren per week langs bij een oudere, eenzame man, puur omdat hij behoefte heeft aan sociaal contact. Ze gaat dan langs voor een kopje thee of ze gaan samen naar de markt. Ze vertelde me dat ze zelfs samen een weekendtrip naar London zouden maken, omdat hij het daar zo leuk vindt. Het eerste wat er in me opkwam toen ik dit aanhoorde, was een enorm gevoel van respect en bewondering voor deze vrouw. De oudere man, die verder geen familie van haar is, krijgt zoveel aandacht en tijd van haar. En zij ervaart het niet eens als vrijwilligerswerk, maar als iets wat ze zelf ook gewoon heel leuk vindt, ze verwacht er verder niks voor terug.
Als ik naar deze voorbeelden kijk, denk ik bij mezelf: Misschien moet ik me niet zo bezighouden met de vraag ‘waarom’ mensen weinig aan vrijwilligerswerk doen, maar ‘Hoe’ ik er zelf meer aan kan gaan doen. Want inderdaad, ik heb het bij met maken van dit programma al een beetje mogen ervaren, de glimlach en dankbaarheid van iemand door het maken van een simpel gebaar, is op geen enkele manier uit te drukken. En wat betreft tijd, heeft het simpelweg te maken met het stellen van prioriteiten en een sterke wil. Als ik tijd kan maken voor een middagje shoppen, omdat ik dat zo graag wil, kan ik ook zeker tijd maken voor wat vrijwilligerswerk, omdat ik dat ook wil.
Monique Badloe, 20 september 2011