“De wereld van de vechtsporten wordt gedomineerd door mannen. Mannen gaan op jacht en vrouwen doen het huishouden. Yeah right, wake up!”
Dit is een citaat van Yasmin Sewgobind, Braziliaans jiujitsukampioene. Het is een uitspraak die me erg aan het denken heeft gezet. Altijd heb ik gedacht dat vechtsporten echt voor mannen waren, tot ik op het internet over Yasmin las. Yasmin is een Hindoestaanse 26-jarige en doet al acht jaar aan vechtsporten. Toen ik over haar las, kon ik het haast niet geloven: een Hindoestaanse vrouw die aan vechtsporten doet!
Ik vond het vreemd, maar aan de andere kant ook wel interessant. En toen ik haar over haar passie sprak, werd het al helemaal fascinerend. Het zette me aan het denken. En zo maakte ik kennis met een heel andere kijk op vechtsporten.
Bij vechtsporten denken we immers vaak al snel aan opgepompte mannen die elkaar ruw behandelen. Maar is dat wel zo?
Het is natuurlijk niet onlogisch dat vooral mannen aan vechtsporten doen. Ze hebben bovendien een voorkeur voor sporten met een competitie-element. Vrouwen sporten meer omdat ze in beweging en conditie willen blijven. Zij hebben niet zo’n behoefte aan een ruw gevecht.
Bovendien blijken mannen vaak erg veel vertrouwen te hebben in hun eigen capaciteiten, terwijl vrouwen veel minder optimistisch zijn over hun prestaties.
De keuze voor een vechtsport wordt dus vooral bepaald door voorkeur voor competitie. Mannen zijn er meer voor in dan vrouwen. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat vechtsporten ook voor vrouwen zijn!
Natuurlijk zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen, maar voor een vechter maakt dat niet uit. Het leuke is dat je totaal niet sportief hoeft te zijn, en dus ook geen gespierd lichaam hoeft te hebben. Je hebt alleen jezelf nodig. De rest ontwikkel vanzelf wel.
Ask me, ik was acht jaar oud en totaal niet sportief. Ik was een kleine hummel, had totaal geen conditie, was helemaal niet sterk, had niks met sport of gym… Sterker nog: de gymjuffrouw van groep 5 noemde me een zoutzak. En toch heb ik met taekwondo mijn gele band met groene slip gehaald!
Het mooie van vechtsporten is dat zelfs een klein persoon een grotere kan domineren. Vooral martial arts, zelfverdedigingsport, haalt eruit wat erin zit. Het leert je de krachten van het lichaam effectief te gebruiken. Bovendien is het een stuk zelfbescherming. Stel je voor dat je ’s avonds op straat wordt aangevallen door een of andere vieze vent. Daar sta je dan machteloos.
Kortom: Je bezit de wapens al, je hoeft ze alleen leren te gebruiken. Zoals swami Vivekananda zou zeggen: “Alle krachten ter wereld zijn al van ons. Het zijn wij die onze handen voor onze ogen houden en huilen dat het donker is.”
Ranjita, 27 april 2009