Het probleem bij gedachten, verlangens, begeerten en emoties: ze komen en gaan, vaak op een manier die je niet onder controle hebt. En dan vormen ze een bron van verwarring, van contractie. Het menselijke hart heeft maar twee mogelijkheden: het ene moment gaat het hart open, het volgende moment gaat het hart dicht. En zo reageert onze LichaamGeest ook op de dingen des levens: het ene moment bloeit het op. Het hart, onze handen gaan open als we een glimp van het licht op mogen vangen, het volgende moment schiet de LichaamGeest in een contractie, in een verkramping, als we vergeten hebben om water te putten voor alle reizigers die ons komen bezoeken in onze verdorde emotionele oase, in ons vereenzaamde spirituele verzorgingstehuis.
Gedachten, verlangens, begeerten en emoties: ze zijn altijd op zoek naar een verkoelende oase, waar ze rust mogen vinden. Ons leerproces in de liefde begint op het moment dat we – juist in de dorre woestijn van ons zielenleven – leren om water te geven, leven te geven, elkaar weer ‘vlees op de botten’ te geven en de levenssappen in het lijf van onszelf en de ander opnieuw doen stromen. Dat vergt moed, veel moed. Het vergt de moed om te zien dat we in de wereld van de liefde niet alleen met bezielde lijven te maken kunnen hebben, maar ook met ontzielde botten.
Met andere woorden: als we in de levende lijven die we zijn de ultieme confrontatie met onze angst voor de dood geconfronteerd durven te worden. Wie aan die doodsangst voorbij durft te kijken kan de planten, bloemen en bomen in zijn/ haar innerlijke oase kleur geven door levenswater te putten voor elke reiziger die langs onze bron komt. Misschien is dit wel de spannendste, uitdagendste en gevaarlijkste levensopdracht. Want in dit proces liggen ook de nodige gevaren op de loer. Zo gedijen woede, bitterheid, wraak en haat uitstekend in een dorre oase. De hitte van woede, bitterheid, wraak en haat droogt de levenssappen op die ons lichaam het gevoel geven vlees op de botten te hebben.
In die levenssappen ligt normalerwijze voldoende liefdesenergie, levensenergie verscholen, die het lichaam helpen zich te ‘weren’ tegen de kritiek van mensen uit onze omgeving, tegen een prikkelende opmerking van je geliefde, tegen een denigrerende opmerking van een familielid of tegen een vernederende opmerking van een collega. Als de bomen in de oase uitbundig bloeien, bieden hun takken voldoende bescherming tegen de kilheid van een buurvrouw of de agressieve houding van de postbode. En wat gebeurt er als onze wensen en verlangens geen bad meer hebben om in te baden, als onze psyche geen levenssappen meer heeft om zich aan te laven? Onze mogelijkheid tot verbinding droogt op: verbinding met onszelf, verbinding met onze medemens, met de natuur, met de ons omringende wereld, met God, met de diepere grond van het bestaan. We trekken ons terug uit het bestaan zelf. En we verliezen onze mogelijkheid tot relatie(s), tot het in-verbinding-zijn met de Bron van het Leven zelf.
Maar we met liefde kunnen een eind maken aan de dood door eenzaamheid. Er is een prachtige tekst van Osho die de verhouding tussen bewustzijn en liefde schitterend verwoord. ‘Als jouw bewustzijn liefde mist dan is het nog steeds onzuiver. En het is nog geen echt bewustzijn. Er zijn dan steeds plaatsen van duisterheid in je werkzaam die je beïnvloeden en je domineren. En als er liefde is zonder bewustzijn, dan is het nog geen liefde. Het gaat dan om iets lager, iets wat eerder in de buurt komt van lust in plaats van gebed. Dus als je het pad volgt van gewaarzijn, laat liefde dan het criterium zijn. Als je gewaarzijn plotseling opbloeit in liefde, weet dan dat bewustzijn is geschied, dat samadhi bereikt is. Als je het pad volgt van liefde, laat bewustzijn dan als criterium functioneren. Als plotseling vanuit het niets, vanuit het centrum van je liefde, een vlam van bewustzijn begint te branden, dan weet je het zeker. Wees blij: je bent thuis gekomen.’
Rinus van Warven