Het heilige groen
Groen is de kleur van de vermenigvuldiging, van de ontwikkeling, maar ook van de rijkdom en is verbonden met de hoop en geeft de mens de mogelijkheid te evolueren. In dit verband is het boeiend ook kennis te nemen van de visie van de mystica Hidegard von Bingen (16 september 1098 – 17 september 1179) over wie ik regelmatig lezingen gaf, waarbij ik ook gebruik maakte van haar prachtige muziek. Haar visie op de natuur wordt gekenmerkt door de wijze waarop zij de hele macrokosmos – en daarmee ook de microkosmos van het menselijk lichaam – doordrongen ziet van een uniforme kracht: de sancta veriditas, ofwel het heilige groen, zoals die ook in een van haar liederen een belangrijke rol speelt. Het is dit heilige groen dat, behalve in planten, ook werkzaam is in het menselijk lichaam en de menselijke ziel. Hildegard’s thema zoals die via visoenen tot haar komen, is de doorgroening en doorstraling van de hele schepping. Zij ziet de kosmos als een stroom vanuit het goddelijke, levende licht – vuur dat het Al, door het woord geroepen en in de heilsgeschiedenis ontplooid, voortdurend verwarmt en hergroend. De doorgroening en doorstraling van de schepping. Als je dit even op je laat inwerken, de doorgroening, het groen als allesoverheersende kleur in de schepping, zou dat tot een heel andere samenleving kunnen leiden. Dat heeft de “groene beweging” goed begrepen. Niet voor niets kozen de groene partijen in Europa voor de benaming groen.
In een van haar liederen zingt Hildegard von Bingen:
O, alleredelst groen
Dat dartelt in de zon
En straalt in heldere lichtheid
Binnen de kring van het draaiend rad
Dat de heerlijkheid van het aardse niet raakt:
Omarmt door de hartskracht van hemelse geheimen
Kleur je als morgenlicht
En vlam je als gloeiende zon
Jij groen
Bent omsloten door liefde.
Stel je eens even voor, dit groen, waarmee we zo achteloos omgaan maar dat ons omsluiert en kracht schenkt, keer op keer. Het groen dat nog verscholen in knoppen, op het punt staat deze te doen openbarsten, zodat we ons kunnen laven aan haar goddelijke en genezende kleur: groen. Het groen wordt als persoon aangesproken, bijna aangeroepen zoals je God aanroept. Groen, de kleur van het leven op aarde, zuurstof, waterstof, licht. Groen is ook de kleur van de zijden mantel van Sofia. Het groenende leven op aarde is dus het gewaad van Sofia, waarmee zij zich toont als haar mooiste sieraad. De miniaturiste van de Codex Latinum beeldt deze Sofia (met wie Hildegard een bijzondere verbinding had,) af als een geplooide, groene mantel van zijde. En: zij draagt in haar linkerhand twee tabletten waarop nog geen tekst, maar wel een zachtgroene verkleuring (weer groen!) is te zien. De linkerzijde is de zijde van het hart; groen is de kleur van de chakra van het hart. Opmerkelijk, die nadruk die Hildergard steeds weer legt op groen. Ja, die kleur was voor haar van groot belang. Het was immers de kleur van het leven, de scheppende, Goddelijke kracht en zij heeft daarover dan ook zowel hele mystieke als praktische dingen gezegd.
Veel heeft Hildegard van en over het groen gezegd, waarvan ik tenslotte een uitspraak niet wil onthouden. Groen speelt namelijk ook een rol bij de recepten die Hildergard uitschreef en bij haar therapeutische aanwijzingen hoe je met dit groen moet omgaan. Zo spreekt ze van de gunstige uitwerking van de kleur groen op gezichtszenuwen, in het bijzonder op het vermoeide of zieke oog. Daarom schrijft zij aan mensen die te maken hebben met oververmoeide ogen voor dat “deze mensen meer naar buiten zouden moeten gaan, een groene wijde in, en ze moeten deze weide zolang in zich op blijven nemen tot hun ogen nat worden van de tranen…” Het groen van de weiden lost namelijk de troebelheid van de ogen op en maakt ze weer helder en zuiver. Carl Gustav Jung die het licht in het hoofd herkent sprak ook met bewondering over de visie van Hildergard op het Licht:
“… de licht-visie is een ervaring die vele mystieken gemeen hebben en is ongetwijfeld van de grootste betekenis, omdat het in alle tijden en op alle plaatsen verschijnt als dat onvoorwaardelijke, dat in zichzelf het grootste vermogen en de diepste betekenis verenigt. Hildegard von Bingen, die naar haar mystiek een betekenisvolle persoonlijkheid was, drukt zich betreffende haar centrale visie op gelijkluidende wijze uit. ‘Sedert mijn kindsheid,’ zegt zij, ‘zie ik altijd een licht in mijn ziel, maar niet met uitwendige ogen, evenmin door de gedachten van mijn hart; noch nemen de vijf uitwendige zintuigen deel aan deze visie… Het licht dat ik waarneem, is niet iets plaatselijks, maar veel helderder dan de wolk die de zon verbergt. Ik kan er geen hoogte, breedte of lengte bij ontwaren… Ik kan in dat licht geen enkele vorm herkennen, ofschoon ik er soms een ander licht in zie, dat mij bekend is als het levende licht…Terwijl ik het schouwspel van dit licht geniet, verdwijnen alle verdriet en zorgen uit mijn herinnering…’”
Als ik dergelijke teksten lees, word ik bevangen door een onbeschrijflijk gevoel van heimwee naar die wereld van licht waar u en ik vandaan komen en waarheen we weer op weg zijn, maar tegelijk besef ik dat ik op deze aarde in dit lichaam ben. Het is zo verleidelijk weg te dromen over die wereld, terwijl het hier- en-nu ook telt. Mijn valkuil is juist het dagelijks bezig zijn met spiritualiteit. Het betekent dagenlang thuis zitten, veel lezen, over het net surfen, met mooie muziek op de achtergrond. Je komt dan in een bepaalde sfeer maar het is goed je daarvan weer effe los te maken en je in het leven te begeven en het goddelijk spel (Lila) mee te spelen. Even de duinen in of ’n terrasje pakken om de Ander te ontmoeten…
Lila is een belangrijk concept binnen de hindoe-kosmologie. Het is een verklaring voor het bestaan van de wereld zoals deze bestaat. Een wereld die met mijn goede en minder goede kanten wordt geconfronteerd en waarin ik ook mensen ontmoet met hun lichte en donkere kanten. En samen spelen we het goddelijk spel, midden in de wereld. En herkennen en begroeten de innerlijke god in de ander.
Namaskar!