Het is het oudste dilemma van de wereld. Alle grote religies beweren dat mens en wereld voortkomen uit het Ene. En dat Ene, dat in de Indiase traditie Brahman wordt genoemd, wordt gezien als de oorsprong van alles. Het Ene draagt alles maakt alles mogelijk, doordringt alles en manifesteert zich in alles. Het manifesteert zich in mensen, planten en dieren. Het Ene wordt zichtbaar in de wereld van de goden, die op hun beurt ook weer belichamingen zijn van dat Ene of het Ene.
Maar wat zien we in de dagelijkse realiteit van dat Ene? Het heeft namelijk alle schijn van dat alles uit twee bestaat. In onze belevingswereld bestaat alles uit twee: dag en nacht, licht en donker, goed en kwaad, mannelijk en vrouwelijk. Deze ogenschijnlijke tegenstellingen beheersen – vanaf de vroegste tijden tot op de dag van vandaag – de wereld van het menselijke denken.
Het westerse denken maakt een absoluut onderscheid tussen het mannelijke en het vrouwelijke. Binnen religieuze tradities is zelfs eeuwenlang verondersteld dat het mannelijke (de geest, de cultuur) superieur was aan het vrouwelijke (het lichaam, de natuur). Het westerse denken wordt gekenmerkt door het denken in tweeheid, dualiteit of polariteit.
Het oosterse denken heeft de verhouding tussen het mannelijke en het vrouwelijke anders opgelost. In de Indiase traditie gaat men ervan uit dat zowel het mannelijke als het vrouwelijke manifestaties en belichamingen zijn van de oorspronkelijke eenheid. In de Chinese filosofie worden de begrippen Yin en Yang niet als tegengesteld aan elkaar gezien, maar vullen ze elkaar aan tot ze samen weer een eenheid vormen. In Egypte werden Isis (de vrouw) en Osiris (de man) als onafscheidelijk gezien. Uit hun liefde zou de wereld geboren zijn.
De term Heilig Huwelijk is een westerse vinding uit de zeventiende eeuw. Hij stamt uit de mystieke traditie van Christian Rozenkreutz. Maar de oorsprong ligt in het oosten, in het oude India. De Mahabaratha, de Bhagavad Gita, maar ook de Ramayana staan bol van de verhalen over goddelijke man-vrouw-paren. In de Mahabaratha wordt Krishna vergezeld door Radha. Zij wordt als de belichaming van “Hladini-Shakti” of goddelijke liefde gezien. In de Ramayana staat de liefde tussen Ram en Sita centraal. Sita symboliseert in de Ramayana de natuur, de mensenziel en het is Ram, de goddelijke vonk, die een plaats in haar hart verwerft.
In veel tradities staat de man symbool voor begrippen als moed, vastberadenheid en kracht. Het vrouwelijke symboliseert vrede, intuïtie en schoonheid. De Ramayana is een prachtig voorbeeld van een verhaal over een rechtvaardige samenleving die vorm kan krijgen als het mannelijke (Ram) en het vrouwelijke (Sita) elkaar ontmoeten. Vanuit dit verlangen naar eenheid en heelheid is ook de westerse mystieke traditie op zoek gegaan naar verbinding; verbinding tussen de dingen die ogenschijnlijk gescheiden lijken te zijn. In een wereld die gedomineerd wordt door mannelijke waarden (een patriarchale samenleving) kunnen mensen afgesneden worden van hun natuurlijke lichamelijkheid. In een wereld waarin het vrouwelijke bovendominant is (een matriarchale samenleving) kunnen mensen soms de weg niet vinden naar hun innerlijke strijdbaarheid. Wat zou het mooi zijn als Ram en Sita elkaar zouden ontmoeten op alle terreinen van het geestelijke en maatschappelijke leven. Het Heilig Huwelijk op weg naar wereldvrede. Kan het mooier?