Wat brood en water zijn voor het lichaam, is vriendschap voor de ziel. Zonder vriendschap zou onze ziel opdrogen. Zonder vriendschap zou onze ziel sterven. Het zal wel geen toeval zijn dat ik de laatste maanden mensen veel hoor zeggen dat ze leven bij de gratie van vriendschap. Eén van de eerste dingen die Arjuna moet leren als hij op het slagveld van Kurusetra staat, en daarbij zijn familie en verwanten schouwt die zijn verdeeld tussen de kaurava’s en de pandava’s, is te vertrouwen op de vriendschap van Krishna. Maar dat is kennelijk niet makkelijk. We hebben vriendschap zo hard nodig voor de ontwikkeling van ons zielenleven. Zonder aanraking op zielsniveau is onze bestemming een dorre toekomst. Eén van de mooiste definities van vriendschap komt van de Griekse filosoof Aristoteles: ‘Ware vriendschap is de liefde voor de ander, omwille van de ander.’
Veel van de relaties die we aangaan in het leven zijn gebruiksrelaties. We maken voor onze dagelijkse behoefte gebruik van de bakker, de groenteman en de supermarkt. We gebruiken de vaardigheden van anderen ten gunste van ons eigen leven. Maar er zit een zekere wederkerigheid in. De bakker maakt vervolgens ook gebruik van het geld dat wij hem geven voor zijn goederen. En zolang dat met wederzijds goedvinden plaatsvindt, is er niets mis mee. Maar onze ziel kan daar niet van leven. Mijn ziel heeft ook gevoelscontact nodig zonder die gebruiksfunctie. Cornelis Verhoeven is een Nederlandse filosoof die veel van zijn gedachtegoed heeft ontleend aan de Vedische traditie. Zoals Krisha aan Arjuna leert dat hij niet altijd bezig moet zijn met wat hij met zijn handelen wil bereiken, zo wil onze ziel ook zo graag vriendschap en warmte waar we niets voor (terug) hoeven doen. Verhoeven: We doen veel dingen ‘om te….’, met een doel, met een reden. Maar is dat liefde? Is het liefde als je van de ander houdt omdat hij of zij zo lekker kan koken? Nee, zegt Verhoeven, ware vriendschap bestaat bij de gratie van het ‘om niet…’. Vriendschap is belangeloos, in ware vriendschap gaat het je om de ander, niet om jezelf. In een echte vriendschap mag je ook kritiek hebben op de ander, als het je maar gaat om het welzijn van de ander, en niet om je eigen belang.
We leven in een samenleving waarin vriendschap niet gewoon is. We zijn er kennelijk niet erg goed in om belangeloze vriendschappen te sluiten. Toen mijn vader overleed, had mijn moeder niet of nauwelijks geleerd wat de zin is van vriendschappen. Ze heeft er een tijd lang heel erg alleen voor gestaan. En in het verzorgingstehuis wordt vriendschap en menselijk contact niet aangemoedigd. In het tehuis waar mijn moeder woonde, werd het eten door een luikje naar binnen geschoven. Hoe veel fijner zou het niet zijn als er ‘gezonde’ vriendschappen zouden worden gestimuleerd waarbij we goed voor elkaar zorgen. Belangeloos omkijken naar elkaar, in liefde en vriendschap zorg dragen voor elkaars noden, vriendschap als basiswaarde op het sportveld, in het verenigingsleven, in het zieken- of verzorgingshuis, op school en in de politiek. Vriendschap als cement voor een zinvolle samenleving. Kan het mooier?