Een van de belangrijkste boeken over yoga is Yoga Sutra’s van de Indiase yogi Patanjali. Zijn geschriften bestaan uit vier hoofdstukken en 196 sutra’s.
In het eerste hoofdstuk (Samadhi Pada) beschrijft hij wat yoga is en de weg die er is om tot Samadhi of zuiver bewustzijn te komen. In het tweede hoofdstuk legt hij uit wat de zin is om yoga te beoefenen en hoe vanuit oefening (Sadhana) begrip te krijgen voor onze levenswandel. Hij bespreekt hoe een mensenleven mede wordt bepaald door zijn omgeving en hoe de daaruit voortkomende klesa’s (oorzaken van lijden) ontstaan. De Bahringa ofwel de uiterlijke yogatechnieken zijn bedoeld om fysiek, mentaal, emotioneel en moreel in balans te komen. In het derde hoofdstuk (Vibhuti Pada) het pad van de realisatietechnieken en worden de siddhi’s (bovennormale krachten) beschreven. In het laatste hoofdstuk (Kaivalya Pada) komen de filosofische aspecten, studie en oefening aan de orde.
In de sutra’s (draden) verbindt Patanjali alle aspecten die yoga tot een pad (Pada) maakt waardoor je in staat bent tot een helder bewustzijn en zo in harmonie kunt komen met je eigen leven en de wereld. De sutra’s zijn kort en bondig en door velen vertaald en becommentarieerd. Hieruit blijkt al dat de leidraden zoals Patanjali die beschrijft altijd persoonlijke interpretaties zijn van de vertaler. Er zijn yogabeoefenaars die zich laten afschrikken doordat zij de tekst wetmatig beschouwen en beseffen niet dat men vrij is om een sutra zo te interpreteren dat men het kan toetsen aan de eigen ervaring. Dat is immers yoga; de persoonlijke weg die men in vrijheid gaat.
Wat Patanjali doet is de weg wijzen, die stap voor stap wordt gedaan en waarbij alle stappen van belang zijn om te komen tot zelfverwezenlijking. De eerste stap, Yama, kun je vertalen met “respect” of “onthouding”: je onthoudt je van onzorgvuldigheden, doet het leven geen geweld aan. Hoe jij met je omgeving omgaat bepaal je grotendeels zelf. Een eerste stap naar evenwicht, gezondheid en geluk is dat je in vrede verkeert met je omgeving. In het yogasysteem staat respect dan ook vooraan. Je onthoudt je van onzorgvuldigheden in de omgang met de wereld om je heen.
Niyama wordt in vijf aspecten verdeeld: zuiverheid, tevredenheid, inzet, zelfonderzoek en toewijding aan het hogere. Je gaat met jezelf een gesprek aan, beziet hoe je leeft, de dagelijkse dingen doet. Zelfrespect begint met zorg voor het lichaam, wat een aspect is van een gezonde mentale instelling. Asana (houding) is het derde van de acht aspecten van yoga. Patanjali zegt daarover, heel kort: “Houding is stevig en makkelijk.” Stevig wil zeggen dat je een goede balans hebt, waardoor je de houding makkelijk langere tijd kunt volhouden, zonder gevoelens van spanning en vermoeidheid. In drie sutra’s wordt gezegd hoe een evenwichtige houding leidt tot mentaal evenwicht.
Pranayama betekent letterlijk het beheersen, kunnen hanteren van energie. Het belangrijkste instrument om greep te krijgen op de energiehuishouding is de adembeheersing. Door de manier van ademen kunnen we, al dan niet bewust, onze fysieke en mentale toestand beïnvloeden.
Pratyahara, het vijfde aspect, is de kunst je los te maken van je waarnemingen, je er niet mee te vereenzelvigen, en je aandacht naar binnen te keren. Je beoefent commentaarloze aandacht voor wat zich in je afspeelt. Dit stelt je in staat om het zesde aspect te ontwikkelen: concentratie of Dharana. Wanneer je geleerd hebt je aandacht te concentreren kun je hem ook loslaten en niet meer sturen. Je wordt van binnen stil, ook al gaat het denken door. Dhyana (meditatie) is een staat van aandacht zonder ingrijpen. De aard van het bewustzijn tijdens meditatie is moeilijk in woorden te vatten.
Deze stappen leiden tot het uiteindelijke doel, Samadhi, de laatste stap die je brengt in een toestand van stilte, eenheid en vrijheid. Door deze stappen systematisch te beschrijven en de verbinding te leggen tussen alle aspecten die yoga tot yoga maken, heeft Patanjali een werk gecreëerd waaraan we ons kunnen spiegelen. We kunnen ons realiseren dat geen enkele ontwikkeling in het leven overgeslagen kan worden en alle stappen met elkaar verbonden zijn. Soms vergeten we in ons streven naar het uiteindelijke doel dat de weg die naar het doel leidt beleefd en geleefd moet worden om de essentie van het leven te kunnen doorgronden.
Miriam Wapenaar
Uit: OHM Vani (2003)