Er was eens…Zo beginnen veel sprookjes.
Zo was er eens een Turkse ober die in zijn eigen sprookje geloofde. De omgeving van het hotel waar hij werkte was de eerste dagen zo heiig dat toeristen alleen de zee konden zien. De derde dag kwam uit de mist langzaam het eiland Samos opdoemen. “Hoe heet dat eiland,” vroeg een van hen.De ober keek uit het raam en zei met een uitgestreken gezicht dat hij niets zag. “Ik zie niks.” Griekenland is een land waarvan de Turken liever zien dat het niet bestaat. De ober was een reductionist. Het eiland Samos reduceerde hij tot niets.
Wetenschappers die net doen alsof de stoffelijke wereld waarin wij leven, de enige tastbare werkelijkheid is, doen me aan deze Turkse ober denken. Ze zijn er verantwoordelijk voor dat brede lagen van de bevolking denken dat materie alles is. Zo kreeg de onderzoeker naar reïncarnatie Peter Ramster, vaak van gewone mensen te horen: “Het maakt me niet uit met hoeveel bewijsmateriaal voor reïncarnatie je komt aanzetten, ik zal het nooit geloven.’
Toch geloven steeds meer westerlingen in reïncarnatie, in Nederland zo’n 20 procent van de bevolking. Journalist Michiel Hegener sprak over bewijzen voor reïncarnatie met onderzoekers, sceptici en filosofen uit de hele wereld. Ook interviewde hij mensen met een toetsbaar verhaal over een vorig leven. Volgens hem is een belangrijke aanname van de wetenschap, de eenmaligheid van het individuele leven, aan het wankelen en dat vinden de verstokte materialisten niet zo leuk omdat dan hiermee hun wereldbeeld omver wordt gekukeld.
Hegener, de NRC-journalist, die in het Lotusvijver-programma van 20 oktober aan het woord komt, wilde er in zijn krant een artikel aan wijden maar kreeg z’n stuk niet geplaatst. Hij schreef daarom het boek “Leven op herhaling.”[1] Het lijkt erop dat dit het eerste boek is, dat veel bewijsmateriaal overtuigend op een rijtje zet. De mensen van Stichting Skepsis die als doelstelling heeft alles wat niet wetenschappelijk bewezen kan worden te bestrijden, waren niet bepaald amused. Wie bij zo’n gerenommeerde krant werkt en een positief verhaal over reïncarnatie schrijft, krijgt geheid de hele Skepsiskerk over zich heen. Dat steeds meer westerlingen in reïncarnatie geloven in Nederland, zo’n 20 procent van de bevolking, zal hen worst wezen. Uit het voorwoord in het boek van Hegeners boek blijkt al hoe wit zij om hun skeptische neus werden. Skepter-hoofdredacteur Nanninga begreep uit een mailcontact met Hegener dat deze de mogelijkheid dat reïncarnatie echt bestaat, niet bij voorbaat belachelijk zou maken. Voor Nanninga moet dit vooruitzicht niet te pruimen zijn geweest.
“Deze onzin”’
Op 13 januari 1986 zond de Avro een anderhalf uur durende Australische documentaire uit, Reincarnation, die veel indruk maakte op Hegener. De Avro zelf werd overweldigd door de hoeveelheid reacties en kwam op 12 september met een herhaling, dit keer gevolgd door een paneldiscussie. Het gaat hier om een filmverslag van een onderzoek dat in 1981 werd uitgevoerd door Peter Ramster, toen 36 jaar en sinds 1972 psychotherapeut te Sydney. Hij was gespecialiseerd in hypnose als middel tot traumaverwerking en maakte doorgaans geluidsopnamen van wat zijn patiënten onder hypnose zeiden. Ramster geloofde niet in reïncarnatie en hij wist ook amper wat het inhield, maar dat veranderde gaandeweg doordat hij soms verhalen bleek los te maken die niet spoorden met de huidige levens van de gehypnotiseerden. Hoe dan, ook Ramster raakte steeds meer geïntrigeerd en ging het fenomeen steeds meer onderzoeken, met de genoemde film als gevolg.
Daarover wilde Michiel Hegener in zijn krant een artikel schrijven. Zonder in detail te treden, Nanninga ging aan de haal met de informatie over Ramster die hij door Hegener verkreeg, en publiceerde in zijn clubblad daarover. Nanninga’s stuk had wellicht als opzet dat het min of meer tegelijk met het artikel van Hegener in zijn krant zou verschijnen. Lijkt zo goed als zeker, want in de intro had iemand van de redactie triomfantelijk geschreven dat Ramsters onderzoek ‘bij nadere bestudering even onbetrouwbaar is als hedendaagse tv-producties over het paranormale’. Verderop wordt Ramsters onderzoek de grond ingeboord en door Nanninga samengevat als ‘deze onzin’. En het stuk eindigde met een passage onder het ironische kopje ‘Wetenschap in NRC Handelsblad’, waarin Hegener verdacht werd gemaakt.
De felle reactie van Skepter spreekt boekdelen. Reden is duidelijk. Het vooruitzicht dat NRC Handelsblad serieus zou gaan schrijven over aanwijzingen dat het menselijk lichaam ook los van het lichaam kan bestaan, was voor de Skepsis inquisiteurs een heel verontrustend vooruitzicht. De Telegraaf, oké, maar als een kwaliteitskrant als NRC Handelsblad zoiets brengt, dan staat Skepsis in z’n hemd.
Karaktermoord
Ik bericht hierover zo uitvoerig, omdat het kenmerkend is voor de houding van mensen als Nanninga. Serieus onderzoek naar reïncarnatie maar ook naar o.a. bijna-doodervaringen worden bij voorbaat al belachelijk gemaakt. Dat Michiel Hegener een integer en betrouwbaar journalist is die gedegen onderzoek deed, is niet van belang. Je pleegt gewoon karaktermoord in de hoop dat degene die het waagt reïncarnatie serieus te gaan onderzoeken, het wel uit z’n hoofd zal laten er verder over te publiceren. Hegener deed het toch, maar hoofdinquisiteur Nanninga heeft er toch mee bereikt dat het stuk van Hegener nooit in NRC werd gepubliceerd. Reïncarnatie, bijna- doodervaringen, paranormale verschijnselen worden door Skepsis fel bestreden en belachelijk gemaakt, zoals ook de Vereniging tegen Kwakzalverij ten strijde trekt tegen bijvoorbeeld homeopathie die in hun visie eigenlijk verboden moet worden. De anti-kwaks vinden ook dat artsen zich niet bezig mogen houden met homeapathie en natuurgeneeswijzen.
En de “kwaliteitsmedia” doen driftig mee aan het afwijzen en belachelijk maken van aanwijzingen dat reïncarnatie realiteit is. Niet zo verwonderlijk in dit verband dat het boek van Hegener in de meeste kranten werd doodgezwegen. Zo gaat dat. Heb het zelf ook ondervonden en werd net als collega Hegener in de zweefhoek geplaatst. Dat krijg je als je mensen interviewt die positief zijn over yoga, prana, licht- en kleurentherapie, waaraan de Lotusvijver op 13 oktober aandacht schenkt.
Trouwens, al het niet-gangbare wordt gehekeld. Dagblad Trouw publiceerde onlangs een interview met Anne Speckens, hoogleraar psychiatrie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij heeft zich toegelegd op mindfulness, een zeer populaire, uit het boeddhisme voortgekomen vorm van meditatie. „Wat ik doe”, vertelde Speckens, „valt onder de psychiatrische zorg. Wij behandelen hier in Nijmegen onder meer mensen met terugkerende depressies.” NRC-columnist Frits Abrahams veegde in zijn column zo ongeveer de vloer met haar aan en uit zijn stuk blijkt ook dat hij ook een broertje dood heeft aan meditatie en yoga. Abrahams blijkt een van die notoire reductionisten te zijn en als je bij een krant werkt met dergelijke collega’s is het niet zo gek dat je positieve artikel over reïncarnatie er gewoon niet in komt. En als het stuk wel geplaatst was zou Abrahams daar in zijn column ook gehakt van gemaakt hebben.
Dat er zo fel gereageerd wordt zou te maken kunnen hebben met het gegeven dat spiritualiteit niet meer zo’n taboe is als enkele jaren geleden. Dat zit mensen als Nanninga en Abrahams niet lekker. Ik vraag me overigens wel af of we wel zo blij moeten zijn met de commerciële popularisering waardoor mensen gaan geloven dat ze in één weekend verlicht kunnen worden. Om maar te zwijgen over het vage gezwets over reïncarnatie waardoor het net lijkt of iedereen een tweelingziel van mekaar is. Zo had ik enkele jaren terug eens een date met iemand die mij meteen als haar tweelingziel zag en me haast doodknuffelde. Heb het wel overleefd, maar zei dat ik het wat anders zag en liet mijn scepsis blijken over het fenomeen tweelingziel, althans de manier waarover hier in het westen over gedacht wordt. Einde date. Ze beet me toe wat ik dan bij OHM deed. Mijn werk doen als kritische journalist, zei ik. En nu komt de ironie om de hoek kijken. “Kun je beter bij Skepsis gaan werken,’ zei ze. Deze vrouw was net als ik zwaar gereformeerd geweest, maar heeft het gereformeerde dogma ingewisseld voor een wat wazig new age dogma. Jammer. Zelf geloof ik net als Michel Hegener wel in reïncarnatie en kan me heel goed vinden in wat de Veda’s hierover zeggen, maar blijf wel kritisch denken.
Als het gaat om die onkritische houding van mensen heeft Skepsis wel een punt en soms stellen ze zaken aan de kaak die gewoon niet kunnen, maar spoelen wel met het materialistische badwater het spirituele kind weg.
Plato’s grot
In zijn heel toegankelijke en prettig leesbaar geschreven boek (dat ik in één ruk uitlas) pleit Michiel Hegener ervoor om het verzet tegen reïncarnatie op te geven en gewoon eens naar de feiten te kijken. Dat heeft hij in zijn boek overtuigend gedaan, maar het zijn de Turkse obers die hardnekkig weigeren dat onder ogen te zien. Ze houden hun reductionistische sprookje liever in stand, en lijken op die grotbewoners van Plato die hun grot als de enige werkelijkheid zien en degene die het waagde zich daarbuiten te begeven en hen vertelt van de echte werkelijkheid die hij daar zag, liever doden dan die werkelijkheid buiten hun grot te erkennen.
Misschien is het Nanninga wel die zich ooit buiten die grot gaat begeven, maar de wraak van de Turkse obers zal groot zijn. Zij willen de werkelijkheid niet zien en willen dat iedereen ook niks ziet, maar kunnen niet voorkomen dat steeds meer mensen bewust gaan worden, ontwaken en gaan ‘zien’. Daarom wordt de materialistische elite zo onrustig.