Maakt spiritualiteit ons blind voor de omgeving?

 

blind(folded)2.jpgSpiritualiteit is momenteel een modern en belangrijk begrip in het leven van vele mensen. Vroeger was spiritualiteit voornamelijk het domein van de religie. De verschillende religies geven ogenschijnlijk een verschillende invulling aan dit begrip: sommigen lijken de mens meer ‘van buiten af te sturen, waarbij richtingaanwijzers ten aanzien van ‘goed en fout van buitenaf opgelegd lijken te worden, terwijl andere systemen meer de nadruk leggen op de reeds in de mens aanwezige kennis en hem aanmoedigen ‘de weg naar binnen te gaan en te ontdekken wie hij werkelijk is.

Er klinkt nog wel eens het verwijt dat spiritualiteit voornamelijk gericht is op het eigen welzijn en weinig oog heeft voor het welzijn van de samenleving. De Christelijke en Islamitische tradities benadrukken het belang van de hemel als uiteindelijke beloning, terwijl de Hindoeïstische en Boeddhistische traditie meer de nadruk leggen op het belang van de uiteindelijke bevrijding. Ogenschijnlijk lijkt dit erg individualistisch: ‘ik ga naar de hemel of ‘ik bereik uiteindelijk de hoogste bevrijding, maar wat heeft de wereld hier nu aan?
Nadere beschouwing leert ons echter dat deze begrippen veel genuanceerder zijn en dat de tweedeling individu versus schepping kunstmatig is. Drie begrippen uit de Indiase Vedanta filosofie zijn een groot hulpmiddel om de relatie tussen het individu en de schepping beter te begrijpen, namelijk dharma (plicht), karma (handeling) en moksha (bevrijding).

Dharma wordt vaak vertaald met ‘plicht, maar de betekenis gaat veel verder. Een poëtische omschrijving luidt: ‘dat wat alle wezens ondersteunt. De mens moet zijn plicht eerst leren kennen en vervolgens hiernaar te leven. Dit wordt juist gedrag genoemd. Juist gedrag kent vier aspecten die prachtig beschreven worden in de Santi parva, het boek van de vrede dat een onderdeel vormt van de Mâhâbharata, het oude Indiase epos waar ook de Bhagavad Gîta onderdeel vanuit maakt. Hier worden de verschillende aspecten van gedrag benadrukt:

(1) het denken, spreken en handelen op één lijn te brengen, d.w.z. ‘spreek wat je denkt en doe wat je zegt;
(2) respecteer alle levende wezens;
(3) toon mededogen voor alle wezens en
(4) beschouw vrijgevigheid als hoogste vorm van handelen.

Zonder te veel uit te wijden over deze omschrijving, herkent men in deze woorden de onlosmakelijke verbinding tussen individu en samenleving of de gehele schepping. De mens is niet weg te denken van de schepping; hij is er geheel mee verbonden. Karma, handeling, kent vele aspecten, maar offervaardigheid en vrijgevigheid worden als de hoogste en belangrijkste vormen van handeling gezien. Dit is niet een soort ‘afkopen, maar een verantwoordelijkheid nemen tegenover onze omgeving, voor de mensen, de dieren en het milieu.
Het is respect tonen voor de wereld en zorg leren hebben voor elkaar, als uiting van werkelijk menselijk gedrag. Helaas is de mens vaak zo individualistisch georiënteerd, dat hij gemakkelijk alleen het eigenbelang laat prevaleren, maar dit is niet wat bedoeld wordt met spirituele handelingen. De mens heeft een taak die gericht is op het welzijn van de schepping. Spirituele ontwikkeling gaat stap voor stap: de kring waar men zorg voor heeft wordt steeds groter. Van gericht zijn op zijn eigen ontwikkeling, naar het welzijn van zijn omgeving en gezin en verbreidt zich steeds verder, tot hij uiteindelijk gericht is op het welzijn van de gehele schepping. Deze omschrijving past goed in het moderne denken, waarbij het belang van het milieu en de verdeling van ‘arm en rijk in de wereld steeds belangrijker worden.

Mosha, bevrijding, is een begrip dat vaak heel individualistisch wordt opgevat. Nadere beschouwing leert opnieuw dat dit een beperkte kijk is op dit begrip. Zoals dharma en juist gedrag gericht zijn op de gehele schepping, zo is ook moksha gericht op het welzijn van de schepping. Het individuele aspect kunnen we zien als de rijpe vrucht die ons in de schoot valt na een leven gewijd aan dharma waarbij wij al onze talenten en kunde ingezet hebben voor het welzijn van allen.
In de Boeddhistische leer is dit aspect verder uitgewerkt: Boeddha richtte zich op de bevrijding van alle wezens en niet alleen op de bevrijding van de mens. Moksha is niet alleen van toepassing op het individu, maar ook op de gehele samenleving. Elkaar te helpen om los te komen van zelfzuchtige motieven en te leren te delen en zorg te hebben voor elkaar en voor onze omgeving en zodoende ook te werken aan een vreedzame wereld voor de generaties die na ons komen, is werken aan een wereld die gericht is op bevrijding.

Hoewel dit slechts enkele overwegingen zijn en er nog zo veel meer over te zeggen is, is het niet zo moeilijk om te zien hoe dharma, karma en moksha onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bovendien is de tweedeling individu versus samenleving of schepping kunstmatig en is het welzijn van de één onlosmakelijk verbonden met het welzijn van de ander.

Stichting Filosofie en Meditatie: www.cynham.nl

 

Geschreven door: Mehdi Jiwa

Delen via:
comments powered by Disqus