Spiritueel groeien met een meester of via de kennis van mijn hart?
De waarheid is een land zonder paden, zei Krishnamurti. Een uitspraak waarmee ik vorige keer eindigde en het is zo’n beetje m’n lijfspreuk geworden. Ik heb een broertje dood aan dogma’s en aan waarheidsclaims en heb ook nooit begrepen dat er kerkgenootschappen zijn die zich de ware kerk noemen en denken dat er alleen leden van deze kerk in de hemel komen.
Er is een rondleiding in de hemel langs allerlei afdelingen die kerken en religies vertegenwoordigen. Bij een afdeling zegt de gids dat iedereen stil moet zijn, omdat mensen daar leven in de overtuiging dat ze alleen zijn…
Tja, je zult maar sterven in de overtuiging dat je lid was van een zo’n ware kerk en dan tot de ontdekking komen dat waarheid er in het hiernamaals niet toe doet en een illusie is. Ik ga nu niet verder in op wat er zou kunnen gebeuren met zo’n ziel want dat komt ook weer neer op een overtuiging.
Wat het hindoeïsme zegt over het leven na de dood, spreekt me weliswaar aan maar ook hier wordt geen eenduidig antwoord gegeven. Osho beschrijft in zijn boek “Leven en sterven op een onbekende reis” treffend de mystieke kant van de dood:
“Door de dood gaat de mens intens op zoek naar het hiernamaals, naar een bestaan zonder dood. Zonder de dood zou er helemaal geen religie geweest zijn. De dood omgeeft ons zoals de oceaan een klein eiland omgeeft. Het eiland kan elk moment overstroomd worden. Het volgende moment komt misschien nooit, de dag van morgen zal misschien nooit komen.”
Geen absolute waarheid
Hoe en op welke manier ik zo’n drie jaar geleden in contact kwam met het gedachtegoed van Osho, kom ik later terug. Wie meer wil weten of hoe dat zoal ging verwijs ik naar de website vrienden-van-osho.nl, klik vervolgens op Divyam Aat. Ik volsta ermee te zeggen dat hij voor mij niet dé meester is. Net zoals er geen absolute waarheid is, is er, zoals ik er nu in sta, ook niet zoiets als dé meester.
Ik ben nu als journalist nu zo’n dertig jaar bezig met spiritualiteit en was verbijsterd hoe intelligente mensen in de valkuilen liepen van zogenaamde zelfverklaarde “verlichte” meesters maar die op hun leven een verwoestende uitwerking hadden. Ik wijs in dit verband op het boek “Spiritueel misbruik, de gevaren van goeroes, paragnosten en sekten” van Aleid Schilder, ook afkomstig uit zo’n “ware kerk” waarvan ze net als ik al heel lang los is, al ging dat niet zonder kleerscheuren. Zoals blijkt uit haar nieuwe verbijsterende biografie “Door De Glazen Deur.” Verbijsterend is ook het boek “Ik was pas dertien, tien jaar gevangen in een sekte” van Lea Saskia Laasner. De Zwitserse Lea Laasner beschrijft hoe haar moeder onder de invloed raakt van een zogenaamde Nieuwe Tijds-goeroe die zich wil losmaken van het materiële en zijn leerlingen op een Hoger Plan wil brengen, een door dergelijke figuren geliefd begrip om met hun volgelingen op z’n “nieuwetijds” te kunnen rollebollen. Ook vergrijpt hij zich aan het toen 13-jarige meisje die zich vele jaren later kon losmaken.
Ik heb veel gezien, meegemaakt en gelezen en heb daaraan een ingebouwde scepsis naar meesters en goeroes overgehouden, maar scheer ze niet allen over één kam. Ik ben er zelf nog niet uit of ik een meester nodig heb. Binnen het Hindoeïsme, begrijp ik, wordt het belang van een
goeroe benadrukt, omdat hij de transcendentale kennis kan overdragen. Tot nu toe heb ik me laten inspireren door overleden meesters, maar wie weet komt er nog eens een levende goeroe op mijn weg. Of kom ik bij de kennis van mijn hart, de gnosis, m’n innerlijk meester?
(zie ook het artikel Guru purnima van Sanne Veel in de komende OHM-Vani)
Aat-Lambèrt de Kwant
Religie-journalist/publicist en researcher bij OHM
Lees ook Deel I van ‘Mijn zoektocht als vrijdenker’