Osho heeft er eens voor gewaarschuwd om scholing, onderwijs, spiritualiteit en bewustzijn niet met elkaar te verwarren. In het boek ‘de Tantra Visie’ vertelt hij hoe hij eens bezoek kreeg van een man die bij hem kwam voor morele en financiële steun voor zijn universiteit. Osho zei: “Vertel me eens één ding: je bent nu vijftig jaar bij die mensen geweest; kun je me met zekerheid zeggen dat onderwijs hun goed heeft gedaan, dat ze er nu beter voor staan dan toen ze nog geen scholing hadden? Ben je er zeker van dat je levenswerk van een halve eeuw mooiere mensen van ze gemaakt heeft?”
Eerst was de man een beetje van zijn stuk, zo lezen we in de Tantra Visie. Hij begon te transpireren; hij bekende: “Van die kant heb ik het nog nooit bekeken, maar misschien heeft u wel gelijk. Nee… ze zijn niet beter af. Integendeel: door dat onderwijs zijn ze geslepen geworden, ze zijn nu net als de rest. Toen ik er vijftig jaar geleden kwam waren het beeldschone mensen. Ongeschoold weliswaar – maar ze hadden waardigheid.” En Osho zei vervolgens: “Als die scholing hen niet geholpen heeft, denk er dan nog maar eens over na. Je bent goed gaan doen tegenover anderen zonder dat je wist waarmee je bezig was. Je hebt alleen maar gedacht dat onderwijs wel goed moest zijn.”
En dan citeert Osho- Bhagwan de schrijver D.H. Lawrence die gezegd heeft dat als de mensheid nog gered wil worden, dan moeten alle universiteiten honderd jaar gesloten worden – potdicht! “Honderd jaar lang mag niemand meer iets leren. Scholen, instituten, universiteiten; weg, een eeuw lang. Een kloof van honderd jaar. En dat is de enige manier om de mensheid te redden, want de mensen zijn door onderwijs erg geslepen geworden: om elkaar beter te kunnen uitbuiten, om anderen te kunnen gebruiken, om immoreel te zijn.” Om het eens in woorden van de schrijver Sahara te zeggen;
Dieren kennen de wereld niet
als dal van vele tranen.
De wijzen wel, die ’s hemels nektar drinken
wijl dieren hunk’ren naar de stof.
Het woord ‘dier’ is een vertaling van het woord pashu in het hindi of sanskriet. Dat woord heeft volgens Osho een eigen betekenis. ‘Pashu betekent letterlijk dier, of beest, maar het is een metafoor. Het is afgeleid van het woord pash – dat slavernij betekent. Pashu betekent iemand die ergens in gevangen zit. Het dier is iemand die ergens in gevangen zit – in zijn lichaam, zijn instinkt en zijn onbewustheid; gevangen in de maatschappij, in de geest, in het denken. Dus vraagt Osho zich af hoe Pashu’s de wereld zou kunnen kennen.
“Ze kijken en denken door een waas,” aldus Osho, ‘”hun lichaam is niet vrij te voelen wat het wil. Ze horen niet, ze zien niet, ze ruiken niets, ze voelen niets – ze verkeren in slavernij. Alle zintuigen zijn verlamd en geketend. Hoe zouden ze iets van de wereld kunnen afweten? Je kunt alleen maar in alle vrijheid iets van de wereld weten. Als je niet aan de leiband loopt van een heilige tekst, als je niet onthand bent door een filosofie, als je niet gevangen zit in een theologie, als je vrij bent van iedere vorm van slavernij: dan pas kun je er iets van begrijpen.”
En dan besluit Osho zijn betoog met een pleidooi voor het leven in het hier en nu,. Het leven van de waarheid in het Hier en Nu. Dan kunnen we alleen maar doen door inzicht en bewustzijn. Wakker worden aan het leven. “Inzicht;” zegt Osho, ‘groeit alleen maar in vrijheid. Inzicht groeit alleen maar in een opgeruimde geest.”