Nadat Prins Friso in coma was geraakt, verschenen in kranten en tijdschriften tal van artikelen over de overlevingskansen van comapatiënten.
In Denemarken ontstond onlangs onrust na een documentaire waarin te zien is dat ouders van een 19-jarige comapatiënte instemmen met orgaandonatie, omdat de artsen hadden gezegd dat ze bijna hersendood was. Later ontwaakte zij echter toch.
De 19-jarige Carina Melchior was na een auto-ongeval in comateuze toestand naar het ziekenhuis gebracht. De behandelende arts gaf te kennen dat ze feitelijk geen overlevingskansen had. Als ze al zou overleven, dan als kasplantje. De documentaire ”Het meisje dat niet wilde sterven” werd enkele weken geleden op de Deense televisie uitgezonden.
Ik ben al sinds 1997 redacteur van het blad “ Terugkeer, tijdschrift rond bijna-doodervaringen en aanverwante bewustzijnsverschijnselen. (1)
Hoewel dit vrijwilligerswerk is ( je hoeft niet overal geld voor te vragen!) is de kennis die ik verkreeg over het fenomeen bijna doodervaringen niet in geld uit te drukken; het heeft mijn kijk op het leven en het leven na de dood, drastisch veranderend. Door wat ik las en door de vele contacten ben ik ook anders gaan denken over comapatiënten. Zo blijkt uit het in 2008 bij Ten Have verschenen boek “Uit Coma, verslag van een bijna- doodervaring‘” van Alison Korthals Altes, duidelijk dat er bij een coma wel degelijk sprake is van bewustzijn. Bewustzijn is er altijd. Een analogie: als een tv-toestel uit staat, gaat het programma door. In veel commentaren benadrukken artsen echter dat er in het geval van prins Friso, geen sprake was van bewustzijn. Overigens waren er bij Alison Korthals Altes tijdens haar coma ook perioden van, zoals zij dat zelf noemt ‘witte en lege’ plekken, een wegzakken in vergetelheid…
Het verslag van Alison Korthals Altes werpt een heel ander licht op wat er tijdens een coma gebeurt. Het boek stemt ook tot nadenken over euthanasie bij een langdurige coma. Zelf zegt zij hierover: ‘Ik loop na de coma met een briefje op zak, dat als mij iets ernstigs overkomt, ik toch graag eerst gereanimeerd wil worden. Er zou meer onderzoek naar coma’s en daarbij eventuele voortkomende uittredingen gedaan moeten worden. Dus meer mensen zouden na het bijkomen uit een coma gevraagd moeten worden of zij iets gedroomd hebben of in hun dromen iets hebben gezien. Vaak lopen de dingen synchroon of hebben mensen tijdens de coma ook bijna doodervaringen. Ik ging zelf niet door een donkere tunnel met aan het eind een mooi licht. Ik ging diverse malen een brug over, maar nét niet tot het eind… ook deze ervaring hebben meer mensen meegemaakt lees ik nu wel eens.’
In zijn voorwoord in het boek zegt Pim van Lommel, auteur van ‘Eindeloos bewustzijn’ dat het gegeven dat comateuze patiënten niet reageren, niet betekent dat mensen geen bewustzijn hebben, geen gedachten, geen angsten, geen waarnemingen, geen gevoelens en geen herinneringen. Uit recent wetenschappelijk onderzoek bij patiënten die klinisch dood zijn geweest door een hartstilstand, weten we dat soms een helder bewustzijn kan worden ervaren. Artsen en verpleegkundigen die op de intensive care de zorg hebben voor mensen in coma zouden zich dat meer moeten realiseren.
Tijdens mijn regelmatige gesprekken met Alison, ook naar aanleiding van de coma van Prins Friso, maande zij tot voorzichtigheid als het om euthanasie gaat bij comapatiënten. Haar coma heeft haar alert gemaakt op de opmerkingen van mensen die zeggen ‘haal de stekker er maar uit’, of ‘voor mij hoeft dat allemaal niet!’ of ‘geef mij maar euthanasie’ omdat zij niet willen lijden begrijpen zij niet, dat je niet zomaar uit deze lichamelijke huls stapt, of je nu gelovig bent of niet.
Voor haar bleef ze leven.
Nu over haar boek dat wellicht bij een andere uitgeverij opnieuw zal worden uitgegeven.
In 1990 belandt de kunstenares Alison Korthals Altes na een zwaar auto-ongeluk in een Zuid-Frans ziekenhuis. Wegens de longbeschadigingen moest zij lang aan de beademing liggen om de longen kans tot genezing te geven en werd zij na elf dagen coma nog kunstmatig in coma gehouden.
In dit aangrijpende en heel persoonlijk geschreven boek beschrijft ze haar ervaringen tijdens de periode dat ze in coma lag, inclusief de halfbewuste toestand daarna en vertelt over dromen, fantasieën en ontmoetingen. Maar ook over de altijd aanwezige zorg om haar dochter, die naast haar had gezeten tijdens het ongeluk: ‘Waar was ze toch? Leefde ze nog? Ja, ik hoorde haar stem. Ik verlangde zo naar haar, dat ik haar gewoon dicht bij me dacht.’
Maar vooral laat Alison zien hoe ze, ondanks alles, bleef leven.
Zij beschrijft het schemergebied tussen visioen en werkelijkheid, tussen dood en leven.
In dit boek, dat is opgedragen aan haar dochter, toont zij overduidelijk aan dat een comateuze patiënt, ondanks de ogenschijnlijke bewusteloosheid, (er is immers toch sprake van bewustzijn) toch waar kan nemen.
Opmerkelijk is dat zij tijdens haar coma onder meer voorspellende beelden ziet van de oorlog in Bosnië (1992-1995).
‘In mijn comadromen maakte ik ook vaak spannende reizen met mijn geest, over angstaanjagende bergachtig oorlogsterrein en over uitgestrekte woestijngebieden. Ik beleefde keer op keer de angsten van de soldaten in helikopters en vliegtuigen, waarbij mijn jongste broer een leidende rol speelde. Telkens als die oorlogsdreigende droom zich herhaalde, was ik bezorgd om hem. Hij landde steeds in een woeste, onherbergzame streek, om geheime besprekingen te voeren met de tegenpartij. Het was altijd een klein groepje, dat samen beraadslaagde. Wonderlijk genoeg ging deze broer in januari 1992 – dus twee jaar na mijn ongeluk – naar Joegoslavië, toen daar de oorlog dreigde.’
De vredesdromen die zo indrukwekkend waren, wilde zij in gedachten vasthouden tot zij sterk genoeg zou zijn om ze te verwoorden in een boek. Tot haar verbazing en verdriet zag zij later op de televisie hoe de Golfoorlog en vervolgens de oorlog op de Balkan zich van kwaad tot erger ontwikkelde. De bergen en de hoge officieren die uit de helikopter stapten, alles leek alsof zij het vooruit had gedroomd.
Bij het ontwaken uit haar coma, voelde Alison een grote liefde tot God en al haar aardse liefdesverdriet viel in het niet bij deze alles omvattende liefde. Ook werd haar de taak voor haar dochter helder, zij was immers vaak in de coma aanwezig, voor háár moest zij genezen. Later werd deze dochter, Alison Metternich, een bekend mezzo-sopraan die veel indruk maakte in producties in binnen- en buitenland. Zelf heb ik haar horen zingen in Verdi’s Requiem en bezit enkele cd’s van haar.
Tijdens haar coma werd Alison, door de toestand waarin zij af en toe verkeerde zich zeer bewust hoe kort dit leven op aarde slechts is vanuit de kosmische tijd gezien. ‘Duidelijk had ik met regelmaat verschillende bewustzijnsniveaus, zoals het spontaan bezoeken van overleden familie in de sferen. Het ‘zien’ van de vader van mijn dochter en mijn broer naast mijn bed, uren nadat ik al in een diepe coma lag. Ook zweefde ik eens in een sfeer waarin ik een ‘Bijbelse taal’ hoorde spreken. Ik probeer vanwege het gevoel van ‘weinig tijd’ te hebben, steeds die energie die ik over heb in mijn creativiteit te steken. Ik laad mijn energie op in het naburige park. Ik hou erg van bloemen en verzorg ze tot het laatste bloemetje dat misschien met nog wat ‘eerste hulp’ langer in de vaas kan staan.”
Het dichten van Alison stopte bijna geheel na de coma, geschokt als zij was door de grote ‘klap’ van het ongeluk. ‘Toch staan er enkele nieuwe gedichten in het ‘Uit coma’ boek, omdat je met gedichten de dingen vaak kort en duidelijk kan beschrijven. Ik zette mij tot het schrijven van een boek over een schilderes waar ik bevriend mee was en waarvan ik het werk zeer bewonder, al is zij niet meer aan ‘deze kant van het gordijn’. Verder maak ik graag illustraties en schilder ik. Na het ongeluk kreeg ik een groter atelier. Ik bekijk de wereld positiever en met meer humor. Dat zijn de dingen die uit dit alles voortkwamen.’
Onderstaand gedicht is opgenomen in haar boek. Zij schreef dit naar aanleiding van het schijnen in haar ogen met een lampje tijdens haart ontwaken uit haar coma.
Ouvrez vos Yeux!
Open uw ogen!
In mijn angstdromen
Hoor ik een stem van heel ver komen
Langzaam, o, heel langzaam
Gehoorzaam ik die stem.
Ouvrez vos Yeux!
Meteen sluit ik mijn ogen
Daarna is die stem er wéér
Streng gebiedend dit keer:
Ouvrez vos Yeux!
Ik zie een hand, een lichtje
Heel dichtbij
O, mijn kind waar ben jij!
Met oogleden, zó zwaar…
Waar ben ik, van hoe ver
Ben ik gekomen:
Was ik in China of Japan,
ben je me afgenomen?
Waar was mijn geest
Tijdens mijn dromen?
Ik ben terug van weggeweest…
Opnieuw beweegt tet lichtje heen en weer.
Ik zie het, ik merk het: ‘ik ben er weer!’
Met het roepen van mijn namen
Val ook ik met de pijn weer samen
(1) www.merkawah..nl
(2) Zie ook De Lotusvijver uitzending van februari 2009 via de OHM mediatheek
Het boek bevat naast gedichten ook tekeningen van de hand van de schrijfster. De cardioloog Pim van Lommel schreef het voorwoord.
Alison K. Altes is dichteres, illustratrice en schilderes. Van haar hand verschenen o.a. dichtbundels ‘Waarom zijn tranen zo lang’, ‘Glimlachend verlangen’, bij uitgeverij Ankh-Hermes b.v. en ‘Een roos voor jou’ bij Omega Boek.
Zij maakte de illustraties voor het kinderboek ‘Van een haan die vergat te kraaien’ door D. Udo de Haas. Ook illustreerde zij kinderboeken van Godfried Bomans en schreef en tekende ze zelf het sprookjesboek ‘De tovenaar vertelt’. Ze exposeert regelmatig in binnen- en buitenland.